Bekijk de volgende zin:
– Bij het tankstation heeft de chauffeur een krant gekocht.
In deze zin is gekocht een zelfstandig werkwoord (zww).
Een zelfstandig werkwoord zegt wat iets of iemand doet (werken, gamen, blaffen) of overkomt (krijgen, struikelen). Het heeft een duidelijke betekenis.
De persoonsvorm heeft is een hulpwerkwoord (hww).
Hulpwerkwoorden komen voor in elke zin met meer dan één werkwoord. Ze ‘helpen’ om het gezegde te maken: hebben, kunnen, mogen, moeten, willen, worden, zijn, zullen.