Les 2 Omgaan met klanten

Les 2 
1 / 51
next
Slide 1: Slide
fitnessMBOStudiejaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 2 

Slide 1 - Slide

Les 1

Slide 2 - Slide

werken in de fitnessbranche
  • hobby je beroep maken.
  • Mensen helpen om hun doelstellingen te bereiken.
  • Een baan die zich voornamelijk afspeelt op tijdstippen dat andere banen vrij hebben (weekend + avonden).
  • Klanten komen voor hun plezier, de sfeer is prettig.

Slide 3 - Slide

De Nederlandse Fitnessbranche
  • Fitness is wereldwijd enorm populair.
  • Populariteit komt o.a. door toenemende aandacht voor gezondheid en overgewicht.
  • Men kan fitnessen wanneer men daar zin in heeft.

Slide 4 - Slide

Succesvol solliciteren
  • Een goede rijkserkende opleiding.
  • Eigen trainingservaring in de sport.
  • Een nette CV.
  • Een verzorgde en enthousiaste uitstraling.
  • Een goede voorbereiding (zoals bijvoorbeeld kijken welke activiteiten er worden aangeboden).

Slide 5 - Slide

Tot de functie van assistent fitnesstrainer behoort o.a.:
  • Gastheer/gastvrouw zijn
  • Rondleidingen geven
  • Klanten wegwijs maken in het centrum
  • Het assisteren van de trainer bij de introductie van de nieuwe leden
  • Het assisteren van de trainer bij het uitleggen van de oefeningen
  • Het assisteren van de trainer bij het uitvoeren van testen
  • Het verwerken van klantgegevens en testgegevens in de computer
  • Het inrichten, onderhouden en toezicht houden op de sportruimtesHet onderhouden van materialen en toestellen
  • Het assisteren van de trainer bij het geven van groepslessen
  • Het uitleggen van de huis- en hygiëneregels
  • Het toezicht houden op de naleving van de huis- en hygiëneregels
  • Het observeren en corrigeren van de uitvoering door de klanten
  • Het beantwoorden van vragen van de klanten
  • Het assisteren bij bijzondere activiteiten zoals open dagen

Slide 6 - Slide

Vandaag
  • Gastheer/gastvrouw zijn
  • Rondleidingen geven
  • Klanten wegwijs maken in het centrum
  • Het assisteren van de trainer bij de introductie van de nieuwe leden
  • Het uitleggen van de huis- en hygiëneregels
  • Het toezicht houden op de naleving van de huis- en hygiëneregels
  • Het beantwoorden van vragen van de klanten

Slide 7 - Slide

les 2 Omgaan met klanten

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Omgaan met klanten
  • De fitnessbranche is een commerciële instelling (winst maken).
  • Doel is om mensen lid te laten worden EN lid te laten blijven.
  • De klant moet dus krijgen wat de klant verwacht.
  • Het verwachtingspatroon van de klant kan zeer hoog liggen.

Hoe ga je om met de klant? En hoe ga je om met collega's?

Slide 10 - Slide

Gastheer/-vrouw zijn
Iedere medewerker die in het fitnesscentrum in contact komt met de klant is in meer of mindere mate gastheer of gastvrouw.

  • De receptionist verwelkomt de klant.
  • De trainer zorgt, samen met de assistent fitnesstrainer voor een veilige, goede, maar vooral fijne training.
  • Het barpersoneel heeft een gezellig praatje met de klant na zijn training.

Slide 11 - Slide

Ben jij een goede gastheer/-vrouw?
010

Slide 12 - Poll

Wat is géén kenmerk van een gastheer / gastvrouw
A
ontvangst functionaris
B
verzorgde uitstraling
C
gezicht van de organisatie
D
Aanstootgevend gedrag

Slide 13 - Quiz

omgaan met klanten
  1. uitstraling en presentatie
  2. geven van een rondleiding
  3. introductie van nieuwe klanten
  4. klanten begeleiden
  5. toezicht houden
  6. omgaan met klachten

Slide 14 - Slide

Opdracht Omgaan met klanten
1. Lees samen met elkaar het hoofdstuk wat je krijgt van de docent
2. Maak in Powerpont presentatie van de belangrijke punten uit dit hoofdstuk.
3. bedenk  3 toets vragen per hoofdstuk die je kunt stellen voor controle
4. tijd 20 min
5. daarna ga je dmv de PP een ander groepje uitleggen van dit hoofdstuk en stel je de 3 toetsvragen voor controle. (20 min)
6. De Powerpoint en de 3 toetsvragen per hoofdstuk  deel je met de docent.


timer
20:00

Slide 15 - Slide

Binnen hoeveel tijd heb je een eerste indruk van een persoon ontwikkeld?

Slide 16 - Open question

Uitstraling en presentatie
Indien je iemand voor het eerst ziet of spreekt, heeft een gemiddeld persoon al binnen 4 seconden een eerste indruk van een persoon ontwikkeld. Deze eerste indruk is alleen nog maar gebaseerd op de uitstraling die een bepaald persoon heeft:
  • Gedrag
  • Kleding
  • Persoonlijke verzorging
  • Uiterlijk
  • Stemgeluid
  • Taal (zoals met dialect of zonder)
  • Lichaamshouding (zoals rechtop of voorovergebogen)
  • etc.

Slide 17 - Slide

Uitstraling en presentatie
Als medewerker van een fitnesscentrum moet je jezelf daar zeer bewust van zijn. Sommige zaken kunnen door de werkgever worden gestuurd. Zo kan er gebruik worden gemaakt van bedrijfskleding, zijn soms sieraden en piercings niet toegestaan en moet lang haar bijvoorbeeld worden opgestoken of in een staart worden gedragen.
De werkgever wil hiermee de werknemers een dusdanig gedrag te laten vertonen en die kleding te laten dragen, waarbij de werkgever verwacht dat de medewerkers de meest positieve eerste indruk maken.

Slide 18 - Slide

Uitstraling en presentatie
De eerste indruk is alleen nog maar gebaseerd op een uitstraling die iemand heeft.
Uitstraling wordt bepaald door:
  • gedrag
  • kleding
  • persoonlijke verzorging
  • uiterlijk
  • stemgeluid (zoals volume)
  • Taal (zoals met dialect of zonder)
  • lichaamshouding (rechtop of gebogen)
  • etc....

Slide 19 - Slide

Als medewerker van een fitnesscentrum moet je zeer bewust zijn van je uitstraling en presentatie.
Sommige zaken worden door de werkgever gestuurd (bijvoorbeeld bedrijfskleding).

Voorschriften t.a.v. de uitstraling en presentatie zijn er  voornamelijk voor bedoeld om de medewerkers zo succesvol mogelijk te laten zijn in hun werkzaamheden.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Opdracht
Benoem per uitstralingsaspect wat gewenst is en ongewenst (voor een assistent fitnesstrainer)

Voorbeeld:
Gedrag
gewenst: interesse tonen.
ongewenst: agressief reageren
etc.

Slide 22 - Slide

Welke onderwerpen hebben we besproken?

Slide 23 - Mind map

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

fitnessquiz (6 vragen)

Slide 44 - Slide

1. Hoeveel liter water moet je als volwassen persoon per dag drinken?
A
0,5 - 1 liter
B
1,5 - 2 liter
C
2 - 3 liter

Slide 45 - Quiz

2. Hoeveel kopjes koffie mag een gezonde volwassene per dag drinken?
A
2
B
4
C
6

Slide 46 - Quiz

3. Welke vetten zijn ongezond?
A
verzadigde vetten
B
onverzadigde vetten
C
plantaardige vetten

Slide 47 - Quiz

4. Hoeveel suiker zit er in een avocado?
A
0,5 gram suiker
B
1 gram suiker
C
1,5 gram suiker

Slide 48 - Quiz

5. In welke fruitsoort zitten de meeste calorieën?
A
banaan
B
peer
C
mango

Slide 49 - Quiz

6. Hoeveel milligram cafeïne zit er in een kopje zwarte of groene thee (125ml)?
A
30 milligram cafeïne
B
60 milligram cafeïne
C
90 milligram cafeïne

Slide 50 - Quiz

Slide 51 - Slide