What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3H 3.4 lv-zin en bwb-zin
3.4 lv-zin en bwb-zin
Aan het einde van deze paragraaf:
- kun je een bijzin benoemen als een lv-zin of bwb-zin;
- kun je een nevenschikking ontleden;
- kun je een onderschikking ontleden.
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3.4 lv-zin en bwb-zin
Aan het einde van deze paragraaf:
- kun je een bijzin benoemen als een lv-zin of bwb-zin;
- kun je een nevenschikking ontleden;
- kun je een onderschikking ontleden.
Slide 1 - Slide
Herhaling
Slide 2 - Slide
Wat is geen onderschikkend voegwoord?
A
als
B
dat
C
want
D
omdat
Slide 3 - Quiz
Terwijl de brand woedde, lag de man rustig te slapen
In deze zin is "terwijl" een:
A
onderschikkend voegwoord
B
nevenschikkend voegwoord
Slide 4 - Quiz
Ik weet niet of ik voldoende brood in huis heb.
In deze zin is "of " een:
A
onderschikkend voegwoord
B
nevenschikkend voegwoord
Slide 5 - Quiz
Gaan we dit jaar naar Italië of gaan we naar Spanje?
In deze zin is "of " een:
A
onderschikkend voegwoord
B
nevenschikkend voegwoord
Slide 6 - Quiz
Nieuwe stof
Slide 7 - Slide
Een nevenschikking ontleden
1. Zet een streep voor en achter het voegwoord.
2. Ontleed hoofdzin 1.
3. Ontleed hoofdzin 2.
4. Doe niets met het voegwoord.
Slide 8 - Slide
Voorbeeld
Ga je morgen mee zwemmen of ga je liever kanoën?
Slide 9 - Slide
Voorbeeld
hz 1 hz 2
Ga je morgen mee zwemmen |of |ga je liever kanoën?
Slide 10 - Slide
Voorbeeld
hz 1 hz 2
Ga| je| morgen |mee| zwemmen |of |ga je liever kanoën?
PV O BWB BWB R
Slide 11 - Slide
Voorbeeld
hz 1 hz 2
Ga| je| morgen |mee| zwemmen |of |ga |je| liever |kanoën?
PV O BWB BWB R PV O BWB R
Slide 12 - Slide
Soorten bijzinnen
De bijzin is een zinsdeel in de hoofdzin. Deze kan, net als een 'gewoon' zinsdeel, verschillende functies hebben.
Met functies bedoelen we:
onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepaling.
Slide 13 - Slide
De bijzin benoemen
Hoe herken je de functie van de bijzin?
- Zoek de bijzin.
- Vervang de bijzin door één (of enkele) woord(en).
- Ontleed de enkelvoudige zin die dan ontstaat.
- Welke functie heeft dat woord?
- Geef de bijzin dezelfde naam.
Slide 14 - Slide
Voorbeeld
Als je je huiswerk afhebt, mag je naar de bioscoop.
Slide 15 - Slide
Voorbeeld
Als je je huiswerk afhebt, mag je naar de bioscoop.
PV
PV
O
O
Slide 16 - Slide
Voorbeeld
Als je je huiswerk afhebt, mag je naar de bioscoop.
PV
PV
O
O
bijzin
Slide 17 - Slide
Voorbeeld
Als je je huiswerk afhebt, mag je naar de bioscoop.
mag je naar de bioscoop.
PV
PV
O
O
bijzin
Dan
Slide 18 - Slide
Voorbeeld
Als je je huiswerk afhebt, mag je naar de bioscoop.
| mag| je |naar de bioscoop.
PV
PV
O
O
bijzin
Dan
PV
O
BWB
BWB
Slide 19 - Slide
Voorbeeld
Als je je huiswerk afhebt, | mag| je |naar de bioscoop.
| mag| je |naar de bioscoop.
PV
O
bijzin
Dan
PV
O
BWB
BWB
BWB-zin
BWB
Slide 20 - Slide
Soorten bijzinnen:
lijdendvoorwerpszin (lv-zin)
Kun jij herhalen wat ik zojuist gezegd heb?
1. Kun jij herhalen = hz wat ik zojuist gezegd heb = bz
2. Vervang bijzin door 1 woord: dat
Kun | jij |dat |herhalen?
PV O LV R
3. dat = lv, dus bijzin is lv-zin
Slide 21 - Slide
Soorten bijzinnen
bijwoordelijke bijzin (bwb-zin)
Toen je dat zei, viel ik van mijn stoel.
1. Toen je dat zei = bz viel ik van mijn stoel = hz
2. Vervang de bijzin door 1 woord: toen
Toen |viel |ik |van mijn stoel.
BWB PV O BWB
3. toen = bwb, dus bijzin is bwb-zin
Slide 22 - Slide
Ik zei toch dat de docent de toetsen had nagekeken.
A
Ik zei toch = lv-zin
B
Ik zei toch = bwb-zin
C
dat de docent de toetsen had nagekeken = lv-zin
D
dat de docent de toetsen had nagekeken = bwb-zin
Slide 23 - Quiz
Zodra je goed kijkt, zie je overal mondkapjes.
A
Zodra je goed kijkt = lv-zin
B
Zodra je goed kijkt = bwb-zin
C
zie je overal mondkapjes = lv-zin
D
zie je overal mondkapjes = bwb-zin
Slide 24 - Quiz
Ik kan morgen geen huiswerk maken, omdat ik jarig ben.
A
Ik kan morgen geen huiswerk maken = lv-zin
B
Ik kan morgen geen huiswerk maken = bwb-zin
C
omdat ik jarig ben = lv-zin
D
omdat ik jarig ben = bwb-zin
Slide 25 - Quiz
More lessons like this
Herhaling grammatica zinsdelen klas 3
April 2022
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Herhaling grammatica zinsdelen klas 3
November 2022
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Grammatica H1 zinsdelen en woordsoorten
October 2020
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Flexles (oefenen via delen denken uitwisselen)
August 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
les 1 en 2 woe 4 sept 2019 zinsdelen
November 2017
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Flexles havo 2: zinsontleding hz/ bz
August 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Talent 1VG Grammatica zinsdelen: samengestelde zinnen
March 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
H.6 Zinsdelen-Enkelvoudige en samengestelde zinnen, hoofd en bijzinnen
February 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2