Flexles (oefenen via delen denken uitwisselen)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek
  • je schrift
  • je etui
  • je iPad (dicht)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek
  • je schrift
  • je etui
  • je iPad (dicht)

Slide 1 - Slide

Planning
  • Werken in tweetallen.
  • Steeds één opdracht: versie A en B.
  • Eerst doe je een opdracht zelf.
  • Dan bespreek je elkaars opdracht.
  • Vervolgens delen met de groep.

Slide 2 - Slide

Benoem hoofdzin en bijzin
  1. Zoek de persoonsvorm
  2. Zoek het onderwerp
  3. Kan er niets tussen o en pv? Dan is het een hoofdzin.
  4. Kan er 'niet' tussen o en pv? Dan is het een bijzin.

Welke combinatie zijn mogelijk?

Slide 3 - Slide

Opdracht 1: benoem HZ/BZ
Zin A:
Ik blijf vandaag thuis, want ik voel me niet lekker.

Zin B:
Nu ik er langer over nadenk, vind ik het een geweldig idee!

Slide 4 - Slide

Opdracht 1: benoem HZ/BZ
Zin A:
Ik blijf vandaag thuis (HZ) //, want ik voel me niet lekker (HZ).

Zin B:
Nu ik er langer over nadenk (BZ)//, vind ik het een geweldig idee! (HZ)

Slide 5 - Slide

Opdracht 2: benoem HZ/BZ
Zin A:
Verzon jij ook weleens smoesjes als je te laat kwam?

Zin B:
Pim wil al lunchen, maar ik heb nog niet eens ontbeten!

Slide 6 - Slide

Opdracht 2: benoem HZ/BZ
Zin A:
Verzon jij ook weleens smoesjes (HZ) // als je te laat kwam? (BZ)

Zin B:
Pim wil al lunchen (HZ)//, maar ik heb nog niet eens ontbeten! (HZ).

Slide 7 - Slide

Schrijf het werkwoord goed
  • Gebruik het schema op pagina 198.
  • Je moet precies kunnen vertellen welke stappen je hebt genomen in dit schema. 

Slide 8 - Slide

Opdracht 3:
Zin A:
De auto (stranden, tt) langs de weg.

Zin B:
(Branden, tt) jij je vingers wel eens?

Slide 9 - Slide

Opdracht 3:
Zin A:
De auto strandt (tt) langs de weg.

Zin B:
Brand (tt) jij je vingers wel eens?

Slide 10 - Slide

Opdracht 4:
Zin A:
De leerling (herinneren, tt) zich niets meer van de les, maar (veranderen, tt) dat voor de toekomst.

Zin B:
(Zijn, tt) het jou wel eens (gebeuren), dat je je boek (vergeten, tt)?

Slide 11 - Slide

Opdracht 4:
Zin A:
De leerling herinnert ( tt) zich niets meer van de les, maar verandert (tt) dat voor de toekomst.

Zin B:
Is (tt) het jou wel eens gebeurd (vd), dat je je boek vergeet (tt)?

Slide 12 - Slide

timer
5:00

Slide 13 - Slide

Ontleed de hele zin.
  • Benoem alle zinsdelen volgens de vaste volgorde.
  • Gebruik het overzicht 'redekundig ontleden' op p. 197.
  • Je moet de hele zin kunnen voordoen. 

Slide 14 - Slide

Opdracht 5:
Zin A:
Afgelopen zaterdag zijn we weer eens naar Oudewater gereden. 

Zin B:
Mijn oma en opa hebben daar heel lang een kaaswinkel gehad. 

Slide 15 - Slide

Opdracht 5:
Zin A:
Afgelopen zaterdag (bwb) / zijn (wg) / we (o)/ weer eens (bwb) / naar Oudewater (bwb) / gereden (wg). 

Zin B:
Mijn oma en opa (o) / hebben (wg) / daar (bwb) / heel lang (bwb) / een kaaswinkel (lv) / gehad (wg).

Slide 16 - Slide

Opdracht 6:
Zin A:
Op hun 65e verkochten ze hun winkel aan de buren.

Zin B:
Nu wonen ze alweer vijf jaar op een gerestaureerde woonboot.

Slide 17 - Slide

Opdracht 6:
Zin A:
Op hun 65e (bwb) / verkochten (wg) / ze (o) / hun winkel (lv) / aan de buren (mv). 

Zin B:
Nu (bwb)/ wonen (wg) / ze (o) / alweer vijf jaar (bwb) / op een gerestaureerde woonboot(bwb). 

Slide 18 - Slide

Kahoot! 
Meervoud van
zelfstandige naamwoorden
Nickname mag grappig zijn, maar moet herkenbaar zijn en netjes.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Link

Afsluiting
Tot volgende week!

Slide 21 - Slide