What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Nederlands Strux H 17 woorden met -a, -o en -u aan het einde
Waar ging de vorige les over?
We hebben geleerd hoe je woorden schrijft met
-ieuw en -eeuw aan het einde en hoe je ze in lettergrepen verdeelt:
kieuw - kieu - wen
leeuw - leeu - wen
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Waar ging de vorige les over?
We hebben geleerd hoe je woorden schrijft met
-ieuw en -eeuw aan het einde en hoe je ze in lettergrepen verdeelt:
kieuw - kieu - wen
leeuw - leeu - wen
Slide 1 - Slide
Doel van deze les:
Ik weet hoe ik de woorden moet schrijven die aan het einde een -a, -o of -u hebben.
Ik weet hoe ik deze woorden in het meervoud zet.
Ik weet hoe ik het verkleinwoord hiervan moet schrijven.
Slide 2 - Slide
auto
auto's
autootje
Slide 3 - Slide
pizza
pizza's
pizzaatje
Slide 4 - Slide
paraplu
paraplu's
parapluutje
Slide 5 - Slide
Vul het goede woord in met -a, -o of -u op het einde.
Een dier met witte en zwarte strepen is een .....
Slide 6 - Open question
Vul het goede woord in met -a, -o of -u op het einde.
Het regent, vergeet je ......... niet!
Slide 7 - Open question
Vul het goede woord in met -a, -o of -u op het einde.
Voor 300 ..... kun je mooie kleding kopen.
Slide 8 - Open question
Zet het volgende woord in het meervoud:
1 auto, 2........
Slide 9 - Open question
Zet het volgende woord in het meervoud:
1 video, 3 ......
Slide 10 - Open question
Zet het volgende woord in het meervoud:
1 orka, 8 .......
Slide 11 - Open question
Schrijf het verkleinwoord op van:
auto
Slide 12 - Open question
Schrijf het verkleinwoord op van:
agenda
Slide 13 - Open question
Schrijf het verkleinwoord op van:
kilo
Slide 14 - Open question
Schrijf het verkleinwoord op van:
accu
Slide 15 - Open question
Schrijf het verkleinwoord op van:
paraplu
Slide 16 - Open question
Het meervoud van orka is:........
Slide 17 - Open question
Het verkleinwoord van orka is:...
Slide 18 - Open question
Het meervoud van euro is:....
Slide 19 - Open question
Het verkleinwoord van menu is:...
Slide 20 - Open question
Huiswerk
Je bent klaar.
Goed gedaan.
Slide 21 - Slide
More lessons like this
Nederlands Strux H 17 woorden met -a, -o en -u aan het einde
September 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 7
Nederlands Strux H 17 woorden met -a, -o en -u aan het einde
January 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 7
spelling K3
January 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Eeuw ieuw woord, komma -s- meervoud
September 2021
- Lesson with
10 slides
Spelling
Basisschool
Groep 5-8
Hoe schrijf je verkleinwoorden correct?
March 2023
- Lesson with
26 slides
oefenen JIj toets taalverzorging
April 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3,4
Groep 7 spelling verkleinwoorden
September 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
3aso vraag 5: spelling
October 2020
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Secundair onderwijs