- Lees de tekst en noteer of markeer de woorden die je niet kent.
- Achterhaal de betekenis van die woorden met een woordraadstrategie uit jouw tekst. (bijvoorbeeld een synoniem, omschrijving of voorbeeld zoeken)
- Lukt dat niet? Zoek dan de betekenis op in een woordenboek.
- Noteer in een of enkele woorden de deelonderwerpen van de alinea's van het middenstuk
- Noteer tot slot het tekstdoel (informeren, instrueren, overtuigen) en de tekstsoort (krant, handleiding, filmrecensie)