VWO2-crs 1-§ 6 Werken met het stappenplan lezen

1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Doel van de les
Ca. tien minuten stil lezen
Kleine terugblik m.b.v. een filmpje en vragen
Start nieuw onderwerp
Huiswerk bespreken

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel

Slide 2 - Slide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je werkt met het stappenplan lezen


Slide 3 - Slide

Pak je Ipad en ga naar:


https://quizizz.com/admin/quiz/5f572f1a75dfe9001b3a7d12/hoofd-en-bijzaken-en-kernzinnen

Slide 4 - Slide

Op school krijg je meestal vragen bij een tekst. Het is echter ook belangrijk dat je teksten leest en begrijpt zonder dat je daarbij door vragen geleid wordt. 

Het volgende stappenplan is daarbij een hulpmiddel.
Stap 1: Oriënterend lezen
1 Bepaal het onderwerp van de tekst: lees de titel, bekijk de eventuele afbeelding(en) en lees de eerste alinea(’s).

Slide 5 - Slide

2 Vraag je af:
Wat weet ik al van dit onderwerp?
Wat zou de tekst over dit onderwerp zeggen?

Slide 6 - Slide

§ 2 Tekstverbanden
Stap 2: Globaal lezen
Om alvast een idee van de inhoud te krijgen, lees je de tekst globaal. 
Doe daarbij het volgende:
3 Stel vast uit welke alinea(’s) de inleiding en het slot bestaan. Zet strepen tussen inleiding, middenstuk en slot.
4 Probeer in het middenstuk de deelonderwerpen te onderscheiden: lees van elke alinea het begin en het eind en ga op zoek naar kernzinnen. Zet een streep tussen alinea’s die elk bij een ander deelonderwerp horen.

Slide 7 - Slide

Stap 3: Precies lezen
Lees de tekst aandachtig van het begin tot het eind:
5 Ga na of je eerdere verwachtingen over de tekst worden bevestigd. Doe daarbij het volgende.
6 Noteer de betekenis van woorden die je niet kent: gebruik de woordraadstrategieën en zo nodig een woordenboek.
7 Markeer van elke alinea de kernzin of de zinnen die samen de belangrijkste informatie bevatten.

Slide 8 - Slide

8 Markeer de signaalwoorden die verbanden tussen alinea’s aangeven.
9 Noteer (in de kantlijn) de deelonderwerpen: informerende kopjes of vragen die in het betreffende tekstgedeelte beantwoord worden.
10 Markeer de signaalwoorden die een verband tussen of binnen zinnen aangeven.
11 Markeer de hoofdgedachte van de tekst of noteer die in eigen woorden.
12 Noteer het (belangrijkste) tekstdoel.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat je zojuist hebt gelezen?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 11 - Slide

Aan de slag

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

§ 2 Tekstverbanden
Je gaat zo de opdrachten maken. Neem altijd oordopjes mee voor de online opdrachten.
Zet het iedere keer zo in je schrift:
paragraaf-§---bladzijde-blz.---opdracht-opdr.

Staat er: omcirkel, onderstreep of markeer, dan mag je het met potlood in je werkboek maken. 
Is dit niet het geval, dan maak je alles in je schrift!

Slide 14 - Slide

Gebruik de theorie van blz. 32-§5 bij het maken van de opdrachten. 

Maken:  Cursus 1  Lezen     §6 blz. 40

opdr. 1 vraag 1 t/m 20  individueel
opdr. 2 individueel
opdr. 3 in tweetallen op fluistertoon 
is je klasgenoot nog niet klaar, dan ga alvast beginnen met opdr. 5 t/m 7 blz.46 t/m 47 individueel



 




Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide