19. 19 nov: herhalingsweek 1

Op tafel: 
- map
- pen
- laptop (NUMO)
- Oefenboek
Welkom vwo 2!
timer
2:30
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Op tafel: 
- map
- pen
- laptop (NUMO)
- Oefenboek
Welkom vwo 2!
timer
2:30

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Numo inloggen
Naam: leerlingnummer
Wachtwoord: j+leerlingnummer 

Aan de slag met NUMO
timer
10:00

Heb je al 5,5 uur gewerkt aan NUMO? 
Maak dan opdracht 2, 3 en 4 op pagina 42. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vandaag dinsdag 19 november:
  • Numo: al gedaan
  • Herhalingsprogramma

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Taalgebruik:
Tekstsoort (1)
Tekstdoel (2)
Onderwerp (3)
Structuur (4)
Verbanden (5)
Digitaal lezen (11)
Bruikbaarheid van teksten (12)
Taal & Cultuur:
Jeugdliteratuur toen en nu (6)
Helden en schurken (7)

Verhalen & gedichten:
Spannende verhalen (5) 
Verhalen over mensen (6)

Taalverzorging:
Meervoudsvormen (3)
Bijvoeglijk naamwoorden (4)


PTO
Handboek:
Oefenboek: Hoofdstuk 1abcdef, 2abcdef

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Klap je laptop dicht
Houd 'm op tafel, want we gebruiken 'm later weer. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Koppel de letters bij de woorden (opdracht 1f)
attractie
inspecteren
instemmen met
onuitputtelijk
overuren maken
scala
uitgever
uitlating
vormend
wildebras
a. 
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.

Slide 6 - Drag question

Hoofdstuk 1 Woordenschat
Taalverzorging
Log in op LessonUp.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is er fout geschreven? Verbeter de fout.
Spruitjes als groentes zijn traumaën voor kindere.

Slide 8 - Open question

Tot hier met havo C
Wat is er fout geschreven? Verbeter de fout.
De bacterieen zitten in glazen reageerbuisen

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Wat is er fout geschreven? Verbeter de fout.
De koeën staan in de weien.

Slide 10 - Open question

Tot hier met havo C
Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in de trappen van vergelijking:
Goed - ... - best

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in de trappen van vergelijking:
hardleers - hardleerser - ...

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in de trappen van vergelijking:
... - rozer - meest roze

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord in de trappen van vergelijking:
chic - chiquer - ...

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Taalgebruik: 
Tekstsoort (1)
Tekstdoel (2)
Onderwerp (3)
Structuur (4)
Verbanden (5)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Welke tekstsoorten zijn er?

Slide 16 - Mind map

This item has no instructions

tekstsoorten
  • Informerende 
  • Verhalende
  • Waarderende

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van:
Een informerende tekstsoort die je op straat ziet.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Taalgebruik: 
Tekstsoort (1)
Tekstdoel (2)
Onderwerp (3)
Structuur (4)
Verbanden (5)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Je kunt beter gitaar spelen, want er zijn veel meer beroemde gitaristen dan trompettisten.
A
Overtuigen
B
Instrueren
C
Amuseren
D
Informeren

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wees geen domme gans, steun de Dierenambulance.
A
Amuseren
B
Activeren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Nederland behaalde op de Olympische Winterspelen in 2018 twintig medailles.
A
Overtuigen
B
Activeren
C
Amuseren
D
Informeren

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Taalgebruik: 
Tekstsoort (1)
Tekstdoel (2)
Onderwerp (3)
Structuur (4)
Verbanden (5)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een onderwerp en een hoofdgedachte?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions


Onderwerp: één woord of een woordgroep (geeft aan waar de tekst over gaat)

Hoofdgedachte: één zin (geeft aan waar de tekst over gaat)
De hoofdgedachte is nooit een vragende zin!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Klap je laptop dicht.
Laat 'm op tafel liggen, je hebt 'm zo weer nodig. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

oefenboek pg 10-11 opdracht 4
Lees tekst B en schrijf de antwoorden van de vragen in je schrift. 

timer
5:00

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

bespreken: opdracht 4
  • a. is een verhalende tekst. De schrijver wil je laten meeleven met de personages en de spanning opbouwen.
  • b. amuseren
  • c. Boek
  • d. Ruzie met Milan 
  • e. Het lijkt wel alsof Milan de hele klas in zijn macht heeft.

Slide 30 - Slide

tot hier