Woordsoorten werkwoorden

Grammatica
1. Stop je telefoon in de telefoontas.

2. Ga op je plek zitten en leg op tafel: 
je laptop, je schrift, je leesboek en je etui.
Nederlands
timer
5:00
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica
1. Stop je telefoon in de telefoontas.

2. Ga op je plek zitten en leg op tafel: 
je laptop, je schrift, je leesboek en je etui.
Nederlands
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
1. Lezen in je eigen leesboek
2. Startopdracht: grammatica woordsoorten
3. Uitleg - werkwoorden
4. Aan de slag + opdrachten bespreken

4. Voorlezen uit 'Ik moet dit doen'
5. Kidsweek - nieuwsbericht world records
6. Jeugdjournaal
7. Afronden en opruimen

Slide 2 - Slide

Lezen
Lezen in je eigen leesboek. 
Dit doen we in stilte.

timer
10:00

Slide 3 - Slide

Voorbereiden

Open je laptop op de Lessonup!

timer
0:30

Slide 4 - Slide

Leerdoelen

1. Je weet wat woordsoorten zijn.
2. Je kunt uitleggen wat een werkwoord is.
3. Je kunt een werkwoord herkennen in een zin.

Slide 5 - Slide

Woordsoorten
Een zin bestaat uit woorden. 

Al die losse woorden hebben een functie, bijvoorbeeld en werkwoord of een lidwoord.

Slide 6 - Slide

Startopdracht
Jullie gaan een aantal vragen beantwoorden over de woordsoort 'werkwoord'. Hiermee checken we wat jullie hier al van weten...

Slide 7 - Slide

Wat is een werkwoord?

Slide 8 - Open question

Kies het werkwoord of de werkwoorden.
A
fietsen
B
huis
C
koning

Slide 9 - Quiz

werkwoorden

Slide 10 - Slide

Werkwoord
Wat iets of iemand doet.
Wat iets of iemand overkomt.
Je kunt het woord vervoegen (= veranderen): loop, loopt, lopen.


Slide 11 - Slide

Werkwoord
Soms staan er meer werkwoorden in een zin.

Hij heeft een rondje gelopen.
Wij zullen morgen gaan zwemmen.

Alle woorden die je kunt veranderen, zijn werkwoorden.

Slide 12 - Slide

Bedenk drie werkwoorden en schrijf ze op.

Slide 13 - Mind map

Sleep alle werkwoorden naar "Werkwoorden" en alles wat geen werkwoord is naar "Geen werkwoord".
Werkwoorden
Geen werkwoord
huis
rode
verhuizen
hebben
zijn
hond

Slide 14 - Drag question

Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden'
Alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.
Werkwoord
Geen werkwoord
huis
goede
verhuizen
heb
zijn
hond
tafel
bloempje
tas
rood
tent
bijzonder
denken
lopen
huilen
moeten
wil
geeft

Slide 15 - Drag question

Aan het werk!        
Maak de opdrachten van grammatica, werkwoord.

  • De eerste vijf minuten zelfstandig in stilte. Gaat dit goed? Na vijf minuten fluisterend overleggen.
  • Klaar? Lezen in je leesboek.

timer
10:00
Hierna volgt de TL-uitleg voor alle geïnteresseerden...

Slide 16 - Slide

Wat is een scheidbaar werkwoord?
Een scheidbaar werkwoord is een werkwoord dat kan worden gescheiden in een voorzetsel en een werkwoord.



Voorzetsels zijn woorden als 'op', 'onder', 'naast' (de kast)

Slide 17 - Slide

Voorzetsel
Werkwoord
'Scheidbaar' werkwoord
op
halen
ophalen
scheidbare werkwoorden

Slide 18 - Slide

Het scheidbare werkwoord
uitlachen      =   lachen  +  uit



Nadenken = ......... + .........

scheidbaar             werkwoord + voorzetsel
werkwoord

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Aan het werk!        
Maak de opdrachten van grammatica, werkwoord.

  • De eerste vijf minuten zelfstandig in stilte. Gaat dit goed? Na vijf minuten fluisterend overleggen.
  • Klaar? Lezen in je leesboek.

timer
10:00

Slide 22 - Slide

Pauze
5 minuten pauze.

timer
5:00

Slide 23 - Slide

Lezen

Slide 24 - Slide

Bespreken       
Pak je schrift en je gekleurde pen.
We kijken de opdrachten na.

  • Zet een krul als je het antwoord goed hebt.
  • Of: verbeter het antwoord.


Slide 25 - Slide

Kidsweek, leg voor je
Je stencel met het artikel

Je pen
Een markeerstift of kleurenpen
Lezen!

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Kidsweek
  • Onderwerp
  • Betekenis  rode woorden
  • Synoniem groene woorden
  • Zelf een record zoeken - onderwerp + moeilijke woorden opschrijven
timer
10:00

Slide 28 - Slide

Afronden
Ruim je spullen op.
Blijf op je plek zitten tot de bel gaat.
Je mag even kletsen tot de les voorbij is :) 

Tot de volgende les!

Slide 29 - Slide