Grammatica 3.7 - 2G1

Grammatica 3.7 - 2G1
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammatica 3.7 - 2G1

Slide 1 - Slide

Lesplanning
- Herhaling theorie grammatica 1.7 + oefeningen
- Uitleg theorie grammatica 3.7 + oefeningen
- Maak opdrachten van 3.7

Lesdoel:
- Je weet hoe je PV, WG, O en LV in een zin kunt vinden.
- Je weet hoe je het meewerkend voorwerp (MV) van een zin kunt vinden.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Morgen moeten we een toets maken.

Slide 4 - Open question

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Wanneer hebben we weer vakantie?

Slide 5 - Open question

Wat is het WG in deze zin?

Hij is aan het nadenken.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is het WG in deze zin?

Je moet altijd je huiswerk maken.

Slide 9 - Open question

Wat is het WG in deze zin?

In het weekend slaap ik uit.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Wat is het onderwerp in deze zin?

Dat boek heb ik heel snel uitgelezen.

Slide 12 - Open question

Wat is het onderwerp in deze zin?

De leerlingen maken het huiswerk.

Slide 13 - Open question

Lijdend voorwerp
LV = wie/wat + WG + O?

           O               WG          LV 
De  jongen /  eet /  een  appel.

Slide 14 - Slide

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?

De leerling maakt het huiswerk.

Slide 15 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?

Ik mag morgen het avondeten kiezen.

Slide 16 - Open question

Uitlegfilmpje: 
Meewerkend voorwerp

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wat is het meewerkend voorwerp (MV) in de zin:

Wil jij dit briefje aan de docent geven?

Slide 19 - Open question

Wat is het meewerkend voorwerp (MV) in de zin:

Ik gaf het verlegen meisje een schouderklopje.

Slide 20 - Open question

Lesplanning

- Maak van 3.7, opdr. 5, 6 en 8 (blz. 227-229) en leer de theorie op blz. 226. 
= huiswerk maandag 30 november 2e uur

Lesdoel:
- Je weet hoe je de PV, WG, O en LV in een zin kunt vinden.
- Je weet hoe je het meewerkend voorwerp (MV) van een zin kunt vinden.

Slide 21 - Slide