3h 22 mrt

Programm:

Wiederholen Grammatik
Straßenschilder 
 
Herzlichen Wilkommen 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Programm:

Wiederholen Grammatik
Straßenschilder 
 
Herzlichen Wilkommen 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 

1. je kunt een paar belangrijke werkwoorden vervoegen



Slide 2 - Slide

Huiswerk :  Floor, Kaya en Nevil  hebben uiterlijk do opdr. 7//8 in hun werkboek gemaakt .
Jayla:  evt. do 1e uur tunken ivm huiswerk achterstand 
 

repetitie K3   1 april verschoven naar 7 april

belangrijke toevoeging:  ook de werkwoorden haben en sein in de tegenwoordige en verleden tijd kunnen vervoegen. 
 

Slide 3 - Slide

Modale Werkwoorden

Slide 4 - Slide

Duitse modale werkwoorden

Slide 5 - Mind map

MODALE HULPWERKWOORDEN
dürfen
können
mögen
      möchten
müssen
sollen
wollen
wissen



mogen, toestemming hebben
kunnen, in staat zijn tot
houden van, lusten
         graag (zouden) willen
moeten (noodzaak)
moeten (wil van een ander)
willen
weten


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Er ________ das Buch nicht finden.
A
könn
B
Könnt
C
kann
D
kannt

Slide 8 - Quiz

_________ du das Buch nicht finden?
A
könnt
B
könnst
C
kannt
D
kannst

Slide 9 - Quiz

Er________ gleich seine Hausaufgaben machen.
A
willt
B
wollt
C
will
D
woll

Slide 10 - Quiz

wat doe je als er geen ich, er of wir in de zin staat maar een zelfstandig naamwoord zoals:
Mein Freund, die Polizistin of meine Freunde??
bij welke uitgang of uitgangen kijk je dan?

Slide 11 - Open question

Die Lehrerin sagt, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
sollt
B
müsst

Slide 12 - Quiz

Modalverben verleden tijd

Slide 13 - Slide

je ziet zo een schema met werkwoorden in de verleden tijd.
Iedereen kan straks een antwoord geven op de vraag:

wat moet je weten over deze werkwoorden in de verleden tijd?
hoe leer je ze? regels?ezelsbrug?  

Slide 14 - Slide

Modale werkwoorden verleden tijd


(können)
ich
konn-te
du
konn- test 
er/sie/es
konn-te
wir
konn- ten
ihr
konn - tet 
sie/Sie
konn - ten

Slide 15 - Slide

Modalverben im Präteritum

Slide 16 - Slide

Wat valt op aan de uitgangen in de verleden tijd? Tips/ezelsbrug? Hoe leer je ze goed?  

Slide 17 - Slide

Er ________ das Buch nicht finden.
A
konn
B
Könn
C
konnte
D
könnte

Slide 18 - Quiz

Die Lehrerin sagte, ihr _______ die Hausaufgaben machen!
A
solltet
B
musstet
C
sollet
D
müsset

Slide 19 - Quiz

ich _______ dringend auf die Toilette
A
müsste
B
musste

Slide 20 - Quiz

.............du gestern nicht vorbei kommen?
A
wolltest
B
wollte
C
wolltet
D
wollten

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

kijk even goed naar de volgende dia

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

was war komisch?

Slide 25 - Mind map

Slide 26 - Slide

Was stimmt nicht ?
(wat klopt niet)

Slide 27 - Mind map

Slide 28 - Slide

Gehweg

betekent:
A
stoep
B
ga weg
C
weg waarop je kunt lopen

Slide 29 - Quiz

5

Slide 30 - Video

Mache die Aufgabe Lesen H: Straßenschilder

straks vragen we iemand om de antwoorden van 41C
voor te lezen.

 iedereen kan straks uitleggen wat onderstaand bord in de stad Mannheim betekent.
Klaar?  Check of je alle opdrachten van K3 af hebt. ga verder met je presentatie. 

Slide 31 - Slide

top 5 Straßennahmen NL

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

Ein Spiel:
we beginnen links boven en werken met de klok mee 

ich stehe in der Nacht auf.   schrijf het nummer op dat bij de beschrijving past. schrijf eerst alle nummers op een blaadje  

Slide 35 - Slide

00:28
was ist schräg?
A
Das Haus
B
die Straße
C
der Fotograf

Slide 36 - Quiz

00:49
wo führt die Treppe hin?

Slide 37 - Mind map

01:10
was hast du gesehen?
A
Bart
B
Haare

Slide 38 - Quiz

01:59
Körper oder Wüste?
A
Körper
B
Wüste

Slide 39 - Quiz

02:08
Wieviel Vögel hast
du gesehen?

Slide 40 - Mind map