naamvallen

Naamvallen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Naamvallen

Slide 1 - Slide

                      Leerdoel:
Ik weet welke naamvallen er zijn
Ik weet welk zinsdeel in welke naamval staat

Slide 2 - Slide

Welk zinsdeel staat in de 4e naamval?

Slide 3 - Open question

Hoe vind je in een zin het lijdend voorwerp?

Slide 4 - Open question

Welk zinsdeel staat in de eerste naamval?

Slide 5 - Open question

Hoe vind je het onderwerp in een zin?

Slide 6 - Open question

In welke naamval staat het meewerkend voorwerp?

Slide 7 - Open question

Hoe vind je in een zin het meewerkend voorwerp?

Slide 8 - Open question

Ik weet welke naamvallen er in het Duits zijn
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Ik weet wanneer ik welke naamval moet gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Schrijf de zinnen over en vul de juiste naamval in!



Dies....... Touristen kommen aus Belgien.

Slide 11 - Slide

Ihr...... Eltern schreiben mein...... Oma ein...... Karte.

Slide 12 - Slide

Unser........ Schwester liest ein..... Zeitschrift [v]

Slide 13 - Slide

Jed...... Kind schenkt sein....... Opa ein......... Krawatte [v]

Slide 14 - Slide

Gestern kaufte dein..... Bruder ein........ Zeitung [v]

Slide 15 - Slide

hoe had je de zinnen gemaakt?
0100

Slide 16 - Poll

ik heb nog meer oefening nodig
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll