hv1n 06/06

Welkom hv1n!
Jas in je kluis? Telefoon in de telefoontas?
Ga lekker zitten!

Pak je spullen: 
  • leesboek: 'Films die nergens draaien'
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welkom hv1n!
Jas in je kluis? Telefoon in de telefoontas?
Ga lekker zitten!

Pak je spullen: 
  • leesboek: 'Films die nergens draaien'
  • lesboek + schrift
  • pen of potlood

Slide 1 - Slide

Deze les
We gaan vandaag:
  • lezen uit 'Films die nergens draaien'
    Aan de slag met werkwoordspelling:
  • terugblik op de vorige les
  • theorie bespreken
  • even oefenen
  • zelfstandig aan de slag
  • afsluiten van de les
Maar eerst even checken wat jullie vorige week gedaan hebben?!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Weet je 't nog..
Deze periode zijn we bezig met werkwoordspelling.
Les 1: je leerde de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen én leerde de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd spellen.
Les 2: je leerde de persoonsvorm in de verleden tijd van sterke werkwoorden spellen.
Les 3: je leert voltooide en onvoltooide deelwoorden spellen.
Les 4 en 5: deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord én werkwoordsvormen en werkwoordstijden

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

 Voltooid of onvoltooid deelwoord?
Voltooid deelwoord
het is al gebeurd
De fiets is gerepareerd.
Onvoltooid deelwoord
het is nog gaande
Fluitend fietst hij voorbij. 
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord
De fiets is gerepareerd ->

De gerepareerde fiets

Slide 6 - Slide

Je hebt geleerd dat een werkwoord verschillende vormen kan hebben en hoe je die verschillende werkwoordsvormen moet spellen. 

Hierbij een overzicht in de vorm van een filmpje. 

Slide 7 - Slide

Even checken
Je kent nu:
  • Infinitief
  • Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • Persoonsvorm verleden tijd
  • Voltooid deelwoord
  • Onvoltooid deelwoord
  • Bijvoeglijk naamwoord (bn) 

Slide 8 - Slide

Even checken
Je kent nu:
  • Infinitief
  • Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  • Persoonsvorm verleden tijd
  • Voltooid deelwoord
  • Onvoltooid deelwoord
  • Bijvoeglijk naamwoord (bn) 


Noteer op de post-it van elke vorm een voorbeeld.

Slide 9 - Slide

Werkwoordstijden

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd: Emmy fietst naar huis.
  • Onvoltooid verleden tijd: Emmy fietste naar huis.
  • Voltooid tegenwoordige tijd: Emmy is naar huis gefietst.
  • Voltooid verleden tijd: Emmy was naar huis gefietst.


Slide 10 - Slide

Aan de slag!
Wat? Je leest de theorie over werkwoordsvormen en werkwoordstijden goed en maakt opdr. 2, 3, 4 en 6 van par. 11
Hoe? Op de chromebook.
Hulp? BBB
Tijd? 30 minuten.
Uitkomst? We gaan lastige opdrachten straks bespreken.
Klaar? Haal een nakijkboekje en kijk zelfstandig na. 

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
Wat? Je maakt cursus 7 - spelling, § 12 mixopdrachten
Hoe? In de online methode
Hulp? BBB
Tijd? 30 minuten
Uitkomst? Moeilijke opdrachten bespreken we. 
Je kunt mij gerichte vragen stellen voor de toets
Klaar? Ga in stilte leren voor de toets

Slide 12 - Slide

Je kunt nu..
  • werkwoordsvormen spellen


Slide 13 - Slide

hv1n 31/05

Slide 14 - Slide