3KT taalverzorging herhaling H1t/m6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 3

Nederlands 3KT

Herhaling taalverzorging

‘Sara zei:‘ Ik heb een super vakantie gehad.

1. Goed
2. Fout

Fernando vroeg: ‘Wil je de suiker aangeven?’

1. Goed
2. Fout

Marly zei tegen Waldo: ‘Ik kan je niet vinden.’

1. Goed
2. Fout

Het jongetje vroeg aan zijn moeder: ‘Zijn we er bijna’?

1. Goed
2. Fout

Thomas zei ‘Daar heb ik geen zin in.’

1. Goed
2. Fout

De jongen riep: ‘Maurice, wacht even!’

1. Goed
2. Fout

Welke samenstelling is juist gespeld?

1. zonscherm
2. zonnescherm
3. zonnenscherm
4. zonnesscherm

Welke samenstelling is juist gespeld?

1. beervel
2. berevel
3. berenvel
4. beersvel

Welke samenstelling is juist gespeld?

1. beuknootje
2. beukenootje
3. beukennootje
4. beukkenootje

Hoofdstuk 1

Een bijvoeglijk naamwoord

1. Schrijf je zo kort mogelijk
2. Zegt iets over een zn
3. Wollen, metalen, plastic zijn stoffen bn

Hoofdstuk 4
Trema
Wanneer gebruik je een trema?

1. Als binnen een woord klinkers botsen
2. Gewoon omdat het leuk staat.
3. Vacuum
4. Vacuüm

Hoofdstuk 4
Samenstelling
Wanneer gebruikt je een koppelteken

1. Als je woorden verkeerd kunt uitspreken (zo-even)
2. Woorden met een eigennaam. (Picasso-museum)
3. Woorden met cijfers, afkortingen ( vmbo-klas)
4. Woorden met een bepaald voorvoegsel (ex-vriend)