Klas 2 taalvaardigheid H4 K en B

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Kies het juiste verwijswoord.
Wil je [jou|jouw] fiets even weg zetten?

Juiste verwijswoord is? Wie heeft [me|mijn] fiets geleend?

Tegenwoordige tijd. (Bellen) Na schooltijd ...... Adam met zijn moeder

TT melden:
Suzanne ...... de diefstal bij de politie.

Verledentijd van Melden: Suzanne ...... de diefstal bij de politie

Hoe vinden we de persoonsvorm (pv) in de zin?

Verkleinwoord van boom is:

1. Boompje
2. Boomje
3. Boomkje

Verkleinwoord van paraplu is

Hoe kan je controleren of een zinsdeel een meewerkend voorwerp is?

Mark geeft zijn oma een bos bloemen.

Wat is een bos bloemen in de zin?
Jos heeft oma een bos bloemen gegeven.

1. lijdend voorwerp
2. onderwerp
3. meewerkend voorwerp
4. persoonsvorm

Jij is in de zin een.....? Heb jij Patrick geholpen met zijn huiswerk?

1. Persoonsvorm (pv)
2. Lijdendvoorwerp(LV)
3. Onderwerp (O)
4. Meewerkendvoorwerp (MV)