H3B: H2 Woordenschat Stijlfiguren

Stijlfiguren (2)
Woordenschat H2
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Stijlfiguren (2)
Woordenschat H2

Slide 1 - Slide

Stijlfiguren

Slide 2 - Mind map

Stijlfiguren
Een stijlfiguur gebruik je om iets te benadrukken.
Ze worden veel gebruikt om de tekst levendig te houden. Ze worden veel gebruikt in reclames, poëzie en liedteksten.

Voorbeelden?

Slide 3 - Slide

Terugblik
Herhaling: Nooit, maar dan ook nooit, zal ik jou begrijpen.

Tegenstelling: In het donker is geen lichtpunt.

Opsomming: Geloof, hoop en liefde.


Slide 4 - Slide

Hyperbool
Overdrijving. 

We hebben ons kapot gelachen.
Ik heb me dood gewerkt.

Slide 5 - Slide

Understatement
Afzwakking. Je zegt het minder mooi, groot, belangrijk dan in werkelijkheid.

De koning woont in een leuk optrekje.
Van Gerwen kan wel een aardig pijltje gooien.

Slide 6 - Slide

Eufemisme
Je zegt iets om het minder erg of hard over te laten komen. Je probeert een pijnlijke situatie of een taboe minder "erg" te laten klinken.

Ik had een woordenwisseling met mijn moeder.
Die rijke man doet aan belastingvermijding.


Slide 7 - Slide

Tijdens de les hebben wij in een deuk gelegen.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 8 - Quiz

Mijn kat heeft het tijdelijke met het eeuwige verwisseld.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 9 - Quiz

Als je een één voor die toets hebt gekregen, zul je wel een paar foutjes gemaakt hebben.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 10 - Quiz

Kies één van de drie nieuwe stijlfiguren (hyperbool, understatement of eufemisme) en bedenk er zelf een zin mee.

Slide 11 - Open question

Welke zes stijlfiguren ken je nu?

Slide 12 - Open question