8.1 Basen in water

1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

De pH-waarde van een base is
A
kleiner dan 7
B
gelijk aan 7
C
groter dan 7

Slide 3 - Quiz

 (meer OH- dan H+ aanwezig)

Slide 4 - Slide

en natriumoxide (Na2O)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Een base is meestal een ...
A
moleculaire stof
B
zout (ion)
C
metaal

Slide 7 - Quiz

Geef de oplosvergelijking van bariumhydroxide

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Natronloog is:
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Sleep bij elkaar
Natronloog
Barietwater
Kalkwater
Kaliloog
Zoutzuur
Na+ + OH-
Ba2++ 2OH-
K+ + OH-
Ca2+ + 2OH-
H+ + Cl-

Slide 14 - Drag question

Calciumhydroxide (Ca(OH)2) is:
A
Een sterke base
B
Een zwakke base
C
Een sterk zuur
D
Een zwak zuur

Slide 15 - Quiz

Het cyanide ion (CN-) is:
A
Een sterke base
B
Een zwakke base
C
Een sterk zuur
D
Een zwak zuur

Slide 16 - Quiz

Ammoniak (NH3) is:
A
Een sterke base
B
Een zwakke base
C
Een sterk zuur
D
Een zwak zuur

Slide 17 - Quiz

Het ammonium-ion is:
A
Een sterke base
B
Een zwakke base
C
Een sterk zuur
D
Een zwak zuur

Slide 18 - Quiz

In tabel 49 hoort bij een sterk zuur een geconjungeerde (bijpassende) base die:
A
Sterk is
B
Zwak is
C
Geen base is

Slide 19 - Quiz

In tabel 49 hoort bij een zwak zuur een geconjungeerde base die:
A
sterk is
B
zwak is
C
geen base is

Slide 20 - Quiz

Geef een voorbeeld van een zwakke base en het bijbehorende geconjugeerd zuur

Slide 21 - Open question

In tabel 49 hoort bij een sterke base een geconjugeerd zuur dat:
A
zwak is
B
sterk is
C
geen zuur is

Slide 22 - Quiz

Geef een voorbeeld van een sterke base en het bijbehorende geconjugeerd zuur

Slide 23 - Open question