LJ1 + LJ2 - 3.1 Deel 1

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Mens en Maatschappij Hoofdstuk: 3.1 deel 1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + mini-check
3.	Arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

LJ 1 - Pak je boek van M&M en open deze op blz 92.

LJ 2 - Pak je boek van M&M en open deze op blz. 88. Je maakt de introductie opdracht 1 en 2. 

3. Lesdoel

Aan het einde van de les:

- weet je hoe Karel de Grote het Frankische rijk uitbreidde;

- kun je uitleggen hoe het Frankische rijk werd bestuurd.

Leergebied overstijgende doelen:

Samenwerkend leren:

- kan het groepsbelang voor het eigen belang stellen

- vervult verschillende rollen 

3. Arrangementen + mini-check

Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): niemand

Iedereen doet mee met de mini-check. 

Tijdvak van de monniken en ridders duurde van...

1. 500 v C - 400 n C
2. 50 n C - 300 n C
3. 500 n C - 1000 n C
4. 500 n C - 1500 n C

Waardoor viel het het Romeinse rijk uiteen?

1. De Romeinen hadden er geen zin meer in.
2. De Franken veroverde een groot deel van Europa.
3. De Romeinen stierven uit.
4. De Romeinen kozen zelf een nieuw volk dat hun gebied mocht besturen.

Hoe noemen we mensen die bepaalde voorrechten kregen?

Wat moest een graaf in ruil voor een graafschap terugdoen voor Karel de Grote?

1. Een gebied besturen
2. Het land verdedigen
3. Klusjes doen voor Karel
4. Ridders leveren

Wie maakt wat? 

Had je 3 of 4 vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 2 t/m 6 op blz 93 t/m 94

De rest doet mee met de instructie. 

Noem drie landen die bij dit rijk hoorden.

5. Begeleid inoefenen

Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->

Dan maken we samen opdracht 2

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 2 t/m 6 op blz 93 t/m 94.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de herhaling opdrachten op blz 98.

1. Les opening

LJ 2 - Pak je boek van M&M op tafel op bladzijde 90

2. Lesdoel & leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

- kun je uitleggen wat de oorzaken waren voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

- weet je welke partijen bij de oorlog betrokken waren.

Leergebied overstijgende doelen:

Samenwerkend leren:

- kan het groepsbelang voor het eigen belang stellen

- vervult verschillende rollen 

3. Mini-check + arrangementen

Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand

Iedereen doet mee met de mini-check. 

Militarisme is

1. Veel industrie willen hebben
2. Veel mannen wilden in het leger van hun land vechten
3. Veel kolonies willen hebben
4. Veel Europese macht willen hebben

Wat is de wapenwedloop?

1. Strijd om welk land de meeste wapens heeft.
2. Strijd om welk land het meeste gebied in zijn bezig heeft.
3. Laten zien dat jouw land het beste is van allemaal.
4. Het samenwerken tussen verschillende landen.

Met welk land had Duitsland een bondgenootschap?

1. Frankrijk
2. Groot-Brittannië
3. Zwitserland
4. Oostenrijk-Hongarije

Geallieerden

Centralen

Duitsland

Oostenrijk-Hongarije

Frankrijk

Verenigd-Koninkrijk

Rusland

Wie maakt wat?

Had je alle vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk met opdracht 1 t/m 5 op blz. 90 t/m 92. Lees de blauwe stukjes tekst goed door! 

De rest doet mee met de instructie. 

4. Instructie

Oorzaken van de eerste wereldoorlog

Nationalisme, militarisme, wapenwedloop. 

Oorzaak 1

Nationalisme: mensen waren trots op hun eigen land. Ze wilden dat hun land nog groter en machtiger zou worden.

Oorzaak 2

Militarisme: mannen wilden graag in het leger voor hun land vechten. Ze waren enthousiast over het voeren van oorlog.

Oorzaak 2: Militarisme

Hoe kun je enthousiast zijn over oorlog?

<- Er was een romantisch beeld van oorlog. Er was al bijna 50 jaar geen oorlog meer geweest!

Een plein in Duitsland vol mannen die zich willen aanmelden voor het leger.

Er staat iemand tussen die later erg bekend zal worden.

Oorzaak 3

Wapenwedloop: landen wilden de meeste en beste wapens. Er ontstond een wedstrijd wie de meeste en beste wapens had.

Oorzaak 3: wapenwedloop

massaproductie

Wie doen er mee met de oorlog?

Geallieerden: 

- Verenigd-Koninkrijk

- Frankrijk

- Rusland

Wie doen er mee met de oorlog?

Centralen: 

- Duitsland

- Oostenrijk Hongarije

- Ottomaanse Rijk

- Bulgarije

5. Begeleid inoefenen

Had je geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->

Dan maken we samen opdracht 2 (zie volgende slide)

De rest gaat zelfstandig aan het werk. 

 

6. Zelfstandig werken

LJ 1 - Je maakt zelfstandig opdracht 2 t/m 6 op blz. 93 t/m 94.

LJ 2 - Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op blz. 90 t/m 92.

Ben je klaar?

Dan kijk je het werk na en verbeter je waar nodig. 

LJ 1 - Hierna ga je de herhaling maken op blz. 98

LJ 2 - Hierna ga je de herhaling maken op blz. 96

 

7. Evaluatie LJ1

Hoe ging de les?

Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Evaluatie leerdoelen:

- weet je hoe Karel de Grote het Frankische rijk uitbreidde?

- kun je uitleggen hoe het Frankische rijk werd bestuurd?

7. Evaluatie LJ2

Hoe ging de les?

Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Evaluatie leerdoelen:

- kun je uitleggen wat de oorzaken waren voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog?

- weet je welke partijen bij de oorlog betrokken waren?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Woensdag 23 november

3.1 opdracht 2 t/m 6

Huiswerk LJ2: 

Woensdag 23 november

3.1 opdracht 1 t/m 5

Toetsen LJ1: 

Toetsen LJ2: