Deal with it - Opdracht 2 Wat is onderhandelen

• Praktische economie
• MBO
• Studiejaar 2

Opdracht 2 - wat is onderhandelen?

Wanneer valt er eigenlijk niets te onderhandelen?

1. Als je niet goed naar elkaar luistert.
2. Als je alleen zegt wat je NIET wilt.
3. Als je allebei een andere mening hebt.

Wat doe je in de tweede fase van onderhandelen?

1. Je maakt elkaar duidelijk wat je NIET wilt.
2. Je vertelt elkaar wat je van de mening van de ander vindt.
3. Je legt elkaar uit wat je WEL wilt en waarom.

Wat is het doel van onderhandelen?

1. Standpunten uitwisselen
2. Je gelijk krijgen
3. Samen tot een oplossing komen

Wat kun je beter NIET zeggen tijdens het onderhandelen?

1. Ik ben het eens met...
2. Ja, maar...
3. Ja, en....

Wat betekent een win-winsituatie?

1. Dat je op meerdere punten gelijk krijgt.
2. Dat je tot een oplossing komt die voor allebei goed is.
3. Dat je om de beurt uitlegt wat je WEL wilt.

Opdracht 2 - wat is onderhandelen?

QUIZ - Waar of niet waar?

In deze quiz krijg je een aantal vragen over 

onderhandelen. Geef per stelling aan of het waar 

of niet waar is. 

1. Bij onderhandelen gaat het altijd over geld.

1. Waar
2. Niet waar

1. Bij onderhandelen gaat het altijd over geld.

Niet waar. Het gaat bij onderhandelen vaak over geld maar niet altijd. Je kunt ook onderhandelen over bijvoorbeeld werktijden, verdeling van taken, over wat je gaat eten of waar je op vakantie gaat.

2. Bij onderhandelen hebben beide partijen een gelijke onderhandelingspositie.

1. Waar
2. Niet waar

2. Bij onderhandelen hebben beide partijen een gelijke onderhandelingspositie.

Niet waar. De belangen van de een kunnen groter zijn dan die van de ander.

3. Het is belangrijk om bij onderhandelen met de juiste persoon aan tafel te zitten.

1. Waar
2. Niet waar

3. Het is belangrijk om bij onderhandelen met de juiste persoon aan tafel te zitten. 

Waar. Je kunt alleen goed onderhandelen met een persoon of partij doe ook bevoegd is om de gemaakte afspraken na te komen.

4. Onderhandelen doe je altijd met twee partijen.

1. Waar
2. Niet waar

4. Onderhandelen doe je altijd met twee partijen.

Niet waar. Je hebt wel minstens twee partijen nodig maar je kunt ook onderhandelen met meerdere partijen. Denk maar aan de verschillende werkgevers- en werknemerspartijen die een CAO afsluiten. Of aan verschillende landen die een overeenkomst afsluiten.

5. Een deal sluiten levert voor beide partijen voordeel op.

1. Waar
2. Niet waar

5. Een deal sluiten levert voor beide partijen voordeel op.

Waar. Om tot een deal te komen moet je er allebei mee instemmen. Het levert dus voor allebei voordeel op. Het kan wel dat de ene partij meer voordeel heeft dan de andere.

6. Als je de vraagprijs betaalt, is dat geen onderhandelen.

1. Waar
2. Niet waar

6. Als je de vraagprijs betaalt, is dat geen onderhandelen.

Waar. Als je de vraagprijs betaalt dan ben je het eens over de prijs. Als je het direct eens bent, heb je niet onderhandeld.

7. Als je NIET tot een deal komt, is het geen onderhandelen.

1. Waar
2. Niet waar

7. Als je NIET tot een deal komt, is het geen onderhandelen.

Niet waar. Het kan zijn dat je tijdens de onderhandelingen niet tot een deal komt omdat je allebei vindt dat je te veel moet inleveren. Je hebt dan wel onderhandeld.

8. De onderhandelingsruimte is het verschil tussen wat je graag wilt bereiken en wat je minimaal wilt bereiken.

1. Waar
2. Niet waar

8. De onderhandelingsruimte is het verschil tussen wat je graag wilt bereiken en wat je minimaal wilt bereiken.

Waar. Het kan gaan om een bedrag in geld, maar ook om andere zaken die je bereid bent in te zetten.

9. Als één partij alle macht heeft, heeft onderhandelen geen zin.

1. Waar
2. Niet waar

9. Als één partij alle macht heeft, heeft onderhandelen geen zin.

Waar. Als een partij meer macht heeft, dan is een onderhandeling niet meer eerlijk.

10. Een onderhandeling kent altijd een winnaar en een verliezer.

1. Waar
2. Niet waar

10. Een onderhandeling kent altijd een winnaar en een verliezer.

Niet waar. Met onderhandelen richt je je op win-win. Je wilt tot een oplossing komen die voor allebei goed is. Soms kan het wel dat voor de een de deal wel beter is dan voor de ander.

11. De ander flink onder druk zetten werkt meestal goed bij onderhandelen.

1. Waar
2. Niet waar

11. De ander flink onder druk zetten werkt meestal goed bij onderhandelen.

Niet waar. Misschien kan het in bepaalde gevallen een keer goed uitpakken, maar meestal werkt het juist als de relatie en de sfeer goed zijn.

12. Bij onderhandelen heb je zowel tegengestelde als gezamenlijke belangen.

1. Waar
2. Niet waar

12. Bij onderhandelen heb je zowel tegengestelde als gezamenlijke belangen.

Waar. Als je alleen tegengestelde belangen hebt, dan heb je geen belang om er samen uit te komen en te gaan onderhandelen. Heb je alleen gezamenlijke belangen, dan kun je overleggen en is onderhandelen niet nodig.