2.1 natuurlijke getallen

2.1 Natuurlijke getallen, blz. 50
3.1 Rekenvolgorde, blz. 96


Ga rustig zitten op je plek.
Leg je spullen open op tafel en inloggen in Lessonup
vrijdag toets

1 / 28
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.1 Natuurlijke getallen, blz. 50
3.1 Rekenvolgorde, blz. 96


Ga rustig zitten op je plek.
Leg je spullen open op tafel en inloggen in Lessonup
vrijdag toets

Slide 1 - Slide

Start
Lesdoelen
Uitleg
Aan de slag
Evaluatie

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Rekenvolgorde

  Rekenvolgorde:

  1. Tussen haakjes
  2.   x   en   :   
  3.   +   en  -   

Slide 4 - Slide

Rekenvolgorde

Slide 5 - Slide

Rekenvolgorde

Slide 6 - Slide

TL:  maken opgaven van blz. 96

Slide 7 - Slide

Getallen

Slide 8 - Mind map

2.1 Natuurlijke getallen
Wat gaan we deze les leren:
  • Wat zijn natuurlijke getallen?
  • Wat is het verschil tussen een getal en een cijfer?
  • Wat is de waarde van een getal?
  • Welk getal is groter of kleiner?

Slide 9 - Slide

2.1 Natuurlijke getallen
Cijfer 
Getal


Slide 10 - Slide

2.1 Natuurlijke getallen
Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
Getal: 



Slide 11 - Slide

2.1 Natuurlijke getallen
Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
Getal: een combinatie van 1 of meerdere cijfers (4, 44, 456) 



Slide 12 - Slide

Is 39 een cijfer of een getal?
A
cijfer
B
getal

Slide 13 - Quiz

2.1 Natuurlijke getallen
Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
Getal: een combinatie van 1 of meerdere cijfers (4, 44, 456) 

Natuurlijke getallen 

Slide 14 - Slide

2.1 Natuurlijke getallen
Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9
Getal: een combinatie van 1 of meerdere cijfers (4, 44, 456) 

Natuurlijke getallen zijn alle positieve gehele getallen en nul. (0,21,345,678944, ..)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

2.1 Natuurlijke getallen
Waarde van natuurlijke getallen

Duizendtallen (D)                 6 7 4 8
Honderdtallen (H)
Tientallen (T)
Eenheden (E)

Slide 17 - Slide

wat is de waarde van 3 in het getal 13024
A
3
B
300
C
30
D
3000

Slide 18 - Quiz

Wat is de waarde van 3 in het getal 3400502
A
30 duizend
B
300 duizend
C
30 miljoen
D
3 miljoen

Slide 19 - Quiz

wat is de waarde van 3 in het getal 349.597.870.700
A
300 duizend
B
300 miljoen
C
300 miljard
D
300 biljard

Slide 20 - Quiz

Wat is de waarde van 3 in het getal 1352
A
3
B
300
C
30
D
3000

Slide 21 - Quiz

Grote getallen
Duizend      1 000  
Miljoen      1 000 000
Miljard       1 000 000 000
Biljoen       1 000 000 000 000
Biljard        1 000 000 000 000 000 

Slide 22 - Slide

De aanleg van een tunnel kost 97.430.500 euro.
Welk antwoord komt in de buurt?
A
1 miljard
B
100 miljoen
C
97 duizend
D
100 miljard

Slide 23 - Quiz

2.1 Tekens
< is kleiner dan
> is groter dan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






Slide 24 - Slide

kleiner of groter?
Op de volgende dia mag je het zelf proberen

Slide 25 - Slide

Aan de slag

Maak: HV: de oefentoets af en maken § 2.1

TL: oefentoets + maken §3.1

Kijk je werk goed na met een andere kleur!!






timer
20:00
Je gaat rustig aan het werk!

Heb je een vraag: overleg op fluistertoon of steekt je vinger op en ik kom bij je helpen.

Slide 26 - Slide

Wat vind jij nog moeilijk?

Slide 27 - Open question

Afsluiten

Huiswerk: paragraaf 2.1 af.




Bedankt voor jullie aandacht en tot de volgende keer!

Slide 28 - Slide