Ik weet wat setting en ruimte betekenen en kan de bijbehorende aspecten benoemen binnen een verhaal.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 12 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Verhaalanalyse
Ik weet wat setting en ruimte betekenen en kan de bijbehorende aspecten benoemen binnen een verhaal.
Slide 1 - Slide
Setting
De tijd
De ruimte
De omstandigheden
--> vormen samen de setting
Bijvoorbeeld: 13 maart 2023 om 11:30 uur in V102, op een zonnige warme dag, na een gymles waarin er ruzie ontstond.
Maak aantekeningen
Slide 2 - Slide
Ruimte
De plaats van handeling
Het weer, seizoen
Verleden en toekomst
De ruimte zorgt voor sfeer en spanning.
Slide 3 - Slide
Ruimte
parallel: ruimte komt overeen met de gebeurtenissen en de gevoelens van de personages
contrast: ruimte is tegengesteld aan de gebeurtenissen en de gevoelens van de personages.
Slide 4 - Slide
timer
10:00
Schrijf mee: vragen/opmerkingen etc.
Slide 5 - Slide
Opdracht
Bespreek met elkaar het verhaal: welke vragen riep het op, welke kun je invullen? Waar gaat het over? Etc.
timer
10:00
Slide 6 - Slide
Open plekken
Wie is ik?
Wie is de hij?
Waarom gedraagt hij zich vreemd?
...
...
Slide 7 - Slide
Open plekken
Waarom ligt ie onder het bureau? hondje: onder het bureau liggen, achterin de auto, stank, plassen en poepen, in het bos, eten uit blik, drinken uit wc etc. etc.
Wat verandert er voor de ik? eerst heen en weer, woont nu in flat (traplopen), mist de kinderen, is met de man mee, man heeft nieuwe contacten, vriendin die hem blij maakt met water en fijn wandelen
Hoe heeft een scheiding invloed op een hond? vreemde geuren, vreemde mensen, moet wennen. Heeft meer invloed dan je denkt
ik-perspectief
Slide 8 - Slide
Setting
Twintigste eeuw, paar weken, soms warm
Voorwerpen: wc, auto
Het zijn steeds andere plekken en hond voelt zich ontheemd, dus parallel
Slide 9 - Slide
Tijd
Niet-chronologisch
Flashbacks: dat waren heerlijke middagen, was altijd gezellig, al die keren, ooit, later, toen, in het begin ...
Versnelling: uitlaten in het bos, huiswerk maken van de kinderen etc. etc. etc. heel veel
Geen vertraging (kort verhaal?!)
Slide 10 - Slide
Evaluatie
Noteer iets wat je vandaag geleerd hebt.
Noteer een vraag die je nog hebt (over deze lesstof)
Slide 11 - Slide
Huiswerk
vrijdag boekopdracht 3 in de les
toets beschouwing
toets over begrippenlijst verhaalanalyse toepassen 14 april?