les 2: tijd en ruimte

Verhaalanalyse
Ik weet wat ruimte betekent en kan de bijbehorende aspecten benoemen binnen een verhaal.

Ik ken verschillende termen met betrekking tot tijd en kan ze benoemen binnen een verhaal.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verhaalanalyse
Ik weet wat ruimte betekent en kan de bijbehorende aspecten benoemen binnen een verhaal.

Ik ken verschillende termen met betrekking tot tijd en kan ze benoemen binnen een verhaal.

Slide 1 - Slide

Ruimte
  • plaats
  • voorwerpen
  • weer en klimaat
  • tijdstip

Bijvoorbeeld: Havo 4, collegezaal, laptop, 16 graden, bewolkt, 8:15 uur 26 september 2022.

Slide 2 - Slide

Ruimte
  • parallel: ruimte komt overeen met de gebeurtenissen en de gevoelens van de personages
  • contrast: ruimte is tegengesteld aan de gebeurtenissen en de gevoelens van de personages.

En hoe zit dat hier?

Slide 3 - Slide

Tijd
  • chronologisch: de gebeurtenissen worden verteld in de tijdsvolgorde waarin ze plaats hebben gevonden.
  • flashback: teruggenomen naar het verleden
  • terugverwijzing: kort iets uit het verleden benoemen
  • flashforward: meegenomen naar de toekomst
  • vooruitwijzing: kort iets wat gaat gebeuren benoemen
  • niet-chronologisch: er zitten flashbacks of -forwards in het verhaal.

Slide 4 - Slide

Tijd
  • vertraging: een gebeurtenis wordt uitgebreid verteld
  • versnelling: een gebeurtenis wordt kort samengevat
  • tijdssprong: er worden gebeurtenissen overgeslagen (uren/dagen/weken/jaren)

Slide 5 - Slide

Opdracht
  • We lezen het verhaal 'De scheiding' en passen de theorie van open plekken, hamvragen, ruimte en tijd toe.

  • Daarnaast bespreken we natuurlijk waar het over gaat en andere opvallende dingen. 

  • Maak aantekeningen!

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Open plekken
  • Wie is ik?
  • Wie is de hij?
  • Waarom gedraagt hij zich vreemd?
  • ...
  • ...

Slide 8 - Slide

Hamvragen
  • Waarom ligt ie onder het bureau? hondje: onder het bureau liggen, achterin de auto, stank, plassen en poepen, in het bos, eten uit blik, drinken uit wc etc. etc.
  • Wat verandert er voor de ik? eerst heen en weer, woont nu in flat (traplopen), mist de kinderen, is met de man mee, man heeft nieuwe contacten, vriendin die hem blij maakt met water en fijn wandelen

  • Hoe heeft een scheiding invloed op een hond? vreemde geuren, vreemde mensen, moet wennen. Heeft meer invloed dan je denkt

  • ik-perspectief

Slide 9 - Slide

Ruimte
  • Twintigste eeuw, paar weken, soms warm
  • Voorwerpen: wc, auto
  • Het zijn steeds andere plekken en hond voelt zich ontheemd, dus parallel

Slide 10 - Slide

Tijd
  • Niet-chronologisch
  • Flashbacks: dat waren heerlijke middagen, was altijd gezellig, al die keren, ooit, later, toen, in het begin ...
  • Versnelling: uitlaten in het bos, huiswerk maken van de kinderen etc. etc. etc. heel veel
  • Geen vertraging (kort verhaal?!)

Slide 11 - Slide

Evaluatie
Noteer iets wat je vandaag geleerd hebt.

Noteer een vraag die je nog hebt (over deze lesstof)

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Lees in je boek!

19 maart opdracht in de les.

Slide 13 - Slide