Bloedsomloop, (slag)aders en bloeddruk niv 2

Bloedsomloop, (slag)aders en bloeddruk
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bloedsomloop, (slag)aders en bloeddruk

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

HO3sb, periode 4
Week 1
Hart
Week 2
Bloedsomloop, (slag)aders, bloeddruk
Meivakantie
Week 3
Pinksteren
Week 4
Hart en vaat aandoeningen
Week 5
CVA
Week 6
Ademhalingsstelsel
Week 7
Ziektebeelden ademhaling
Week 8
Koorts en infectie
Week 9
-

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

HO3sa, periode 4
Week 1
Hart
Week 2
Bloedsomloop, (slag)aders, bloeddruk
Meivakantie
Week 3
Hart en vaat aandoeningen
Week 4
CVA
Week 5
CVA
Week 6
Ademhalingsstelsel
Week 7
Ziektebeelden ademhaling
Week 8
Ziektebeelden ademhaling
Week 9
Koorts en infectie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Na deze les:
  • Weet je hoe het zit met de kleine en grote bloedsomloop
  • Weet je welke verschillende bloedvaten we hebben
  • Weet je hoe de bloeddruk werkt

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
Wat weet jij nog over het hart?
Hoe ziet hij er uit?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

3 types bloedvaten: ​

Slagaders​
Haarvaten​
Aders 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slagaders
Bloed van hart naar organen ​

Hoge druk ​
Stevige dikke wand​
‘Hartslag’ voelbaar door uitzetting​

Vb. aorta, longslagader ​





Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Haarvaten
Netwerk ​

Bij elk orgaan​
Zo dun als een haar ​
Uitwisseling zuurstof / voedingsstoffen / afvalstoffen ​
Bloed <--> weefsel 



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Aders
Dunne wand, breed vat ​

Soms met kleppen (armen / benen) ​
Bloed van organen => hart 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Bloeddruk 
  • Pompkracht hart en wijdte bloedvaten = Bloeddruk (tensie) 

  • Onderdruk = wordt gemeten als het hart ontspant.
  • Bovendruk = wordt gemeten als het hart samentrekt

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoge/lage bloeddruk
Normale bloeddruk = 120/80
Hypertensie = hoge bloeddruk, bovendruk hoger dan 140
Hypotensie = lage bloedruk, Vrouwen 100/60, mannen 110/70

Gevolgen? 

Slide 13 - Slide

Wat gebeurd er bij hoge bloeddruk? En lage?
Opdracht
Vul de woorden in, in de tekst. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel weet jij nu over het hart en de bloedvaten?
010

Slide 15 - Poll

This item has no instructions