2. Lezen 3

Filmpje kijken
Zelfstandig aan de slag
1. Doel: jullie hebben voor jezelf vastgesteld welk leestype je bent. (laptop starten, boek blz. 29)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Filmpje kijken
Zelfstandig aan de slag
1. Doel: jullie hebben voor jezelf vastgesteld welk leestype je bent. (laptop starten, boek blz. 29)

Slide 1 - Slide

1. Doel: jullie hebben voor jezelf vastgesteld welk leestype je bent. (laptop starten, boek blz. 29)
Samen opdr. 3
Zelfstandig aan de slag: opdr. 4, 5, 6

Klassengesprek over je leestype.

Slide 2 - Slide

Wat weet je zelf nog van signaalwoorden?
Instructie
Zelfstandig aan de slag

Houd rekening met je leestype!
2. Doel: jullie weten de functie van signaalwoorden is en kunnen deze toepassen. (laptop starten, boek blz. 32)

Slide 3 - Slide

Signaalwoorden

Slide 4 - Mind map

Aantekening 






Signaalwoorden
De brug stond open, daardoor ben ik te laat. 
Omdat alles nieuw is voor ons, doen we meer samen. 
Hij is te laat, maar hoeft geen briefje te halen. 

Dus, wat 'doen' signaalwoorden?


Slide 5 - Slide

2. Doel: jullie weten wat de functie van signaalwoorden is en kunnen dit toepassen. (boek blz. 32)
Zelfstandig aan de slag --> 15 min (in je schrift of markeer in de tekst)
Kies één van de volgende teksten uit de Blinkotheek via  'zoeken':
  • 'Influencers zijn de nieuwe modebepalers'
  • 'Vet is smaak'
  • 'Voor maanden aan noedels'

Markeer de signaalwoorden, zet het verband aan de zijkant en leg hetverband uit. Dus: en, opsomming: kleren, schoenen, make-up. (signaalwoord noteer je NIET bij de uitleg)

Vergelijk jullie antwoorden met elkaar in groepjes. 

timer
15:00
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Lezen
Bingo
Instructie - ff oefenen
Zelfstandig aan de slag (ook herhaling signaalwoorden)
Verlengde instructie bij opdr. 4?


3 Doel: jullie weten wat verwijswoorden zijn en hoe je ze moet gebruiken. (laptop starten, boek blz. 35)

Slide 7 - Slide

Aantekening 






Verwijswoorden

* Het meisje die/dat daar loopt.
* De jongen met de tattoo liep door een donker steegje. Daar kreeg hij het benauwd.
* Bram stept. Hij draagt een helm die hem beschermt tegen het vallen. 


Extra:
In de toolbox staat nog een filmpje bij lezen 3. 


Slide 8 - Slide

3. Doel: jullie weten wat verwijswoorden zijn en hoe je ze moet gebruiken. (boek blz. 35)
Denk aan je leesuitdaging bij het maken van de opdrachten!
Zelfstandig:
  1. Maak eerst de invuloefening over verwijswoorden (blaadje docent) dit is een vervanging van opdr. 2 en 3. (volgende les samen bespreken met wisbordjes)
  2. Maak opdr. 4. Kies één van de twee teksten.

Extra oefening verwijswoorden: https://jajuf.nl/de-verwijswoorden OF werkblad
 

Slide 9 - Slide

Strategieën bespreken (blz. 38)
Zelfstandig de slag: welke strategie past bij jou?

Voor deze les heb je twee lesuren
4. Doel: jullie kiezen voor jezelf een strategie die je helpt bij het grondig lezen van een tekst. (boek blz. 38)

Slide 10 - Slide

4. Doel: jullie kiezen voor jezelf een strategie die je helpt bij het grondig lezen van een tekst. (boek blz. 38) 2 lessen
Zelfstandig aan de slag:
  • opdr. 1
  • opdr. 4: tekst 1, alleen vraag 3 (minimaal 4 geeltjes)
  • opdr. 5: tekst 2, alleen vraag 3 (schema of tekenening)
  • opdr. 6: tekst 3, alleen vraag 3, maar mag ook op je eigen manier zoals voorbeeld opdr. 1 (structuur)
N.B. Probeer minstens twee strategieën. Markeer steeds in de tekst woorden/zinnen die volgens jou belangrijk zijn. 
Noteer de betekenis van moeilijke woorden achter in je schrift.
  • Klaar? Maak groepjes van vier personen en bespreek jullie gekozen strategieën met elkaar m.b.v. opdr. 7 en 8.

Slide 11 - Slide

Wat was je leestype ook alweer?
Duo-lezen

5. Doel: jullie leren van elkaars leestype door in tweetallen een tekst te lezen: duo-lezen (laptop starten)

Slide 12 - Slide

5. Doel: jullie leren van elkaars leestype door in tweetallen een tekst te lezen: duo-lezen (laptop starten)
Jullie kiezen samen (verschillende leestypes) twee teksten uit de Blinkotheek op minimaal 2F niveau. Onderaan de gekozen tekst staat het niveau, maar je kunt ook zoeken op niveau. 

Duo-lezen 
  1. Persoon 1 leest een alinea
  2. Persoon 2 vat samen wat persoon 1 heeft gelezen en stelt een vraag over de alinea (noteer dit allebei in je schrift)
  3. Persoon 2 leest een alinea
  4. Persoon 1  vat samen wat persoon 2 heeft gelezen en stelt een vraag over de alinea
  5. Klaar met de tekst? Vat de tekst in één zin samen (hoofdgedachte), noteer dit in je schrift onder de samenvatting. Denk eraan dat je de titel van de tekst erboven zet. 
timer
40:00

Slide 13 - Slide

Geef antwoord op wat je moet kennen én kunnen, noteer dit in je schrift of maak een Word-document of ....

Toets:   november

5. Doel: jullie bereiden je voor op de toets (laptop starten, boek blz. 44)

Slide 14 - Slide

5. Doel: jullie bereiden je voor op de toets (laptop starten, boek blz. 44)
  • Strategieën voor vóór, tijdens EN na het lezen
  • Signaalwoorden met verbanden EN zelf voorbeelden kunnen geven
  • Verwijswoorden EN voorbeelden hierbij kunnen geven. 

Slide 15 - Slide