2TH Bijwoordelijke bepaling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

BIJWOORDELIJKE  BEPALING

Redekundig ontleden

Zinsdelen

Benoem alle zinsdelen in de volgende zin:

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

ZINSDELEN

1. PERSOONSVORM

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

ZINSDELEN

1. PERSOONSVORM

2. ONDERWERP

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

ZINSDELEN

1. PERSOONSVORM

2. ONDERWERP

3. WERKWOORDELIJK GEZEGDE

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

ZINSDELEN

1. PERSOONSVORM

2. ONDERWERP

3. WERKWOORDELIJK GEZEGDE

4. LIJDEND VOORWERP

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

ZINSDELEN

1. PERSOONSVORM

2. ONDERWERP

3. WERKWOORDELIJK GEZEGDE

4. LIJDEND VOORWERP

5. MEEWERKEND VOORWERP

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

ZINSDELEN

1. PERSOONSVORM

2. ONDERWERP

3. WERKWOORDELIJK GEZEGDE

4. LIJDEND VOORWERP

5. MEEWERKEND VOORWERP

6. BIJWOORDELIJKE BEPALING

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

BIJWOORDELIJKE  BEPALING

'Prullenbakzinsdeel'

• Blijft over als je alles hebt ontleed.
• Geeft extra informatie:

Waar? Wanneer? Hoe? Waarom? 

+ 'niet'.

BIJWOORDELIJKE BEPALING

• Om 8 uur ga ik sporten in de sportschool omdat ik dat leuk vind.
  

• Om 8 uur | ga | ik | sporten | in de sportschool | omdat ik dat leuk vind.
  

• Om 8 uur | ga | ik | sporten | in de sportschool | omdat ik dat leuk vind.
  

LET OP!

Vraagwoorden zijn ook bijwoordelijke bepalingen!!

Ik ben geboren in Tegelen.

Waar ben je geboren?

Opdracht:

Maak een zin met twee bijwoordelijke bepalingen.

Opdracht:

Maak een zin met vier bijwoordelijke bepalingen.

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?

Ik ga vanavond lezen.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?

Gisteren heb ik om twee uur een broodje gegeten.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?

Hij wordt overmorgen directeur van dat grote bedrijf.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?

In de ochtend lopen de jongens en meisjes van het Valuascollege langs de fietsenstalling met een grote schooltas.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?

Hij heeft zijn huiswerk vandaag niet gemaakt.

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

HUISWERK

- Opdracht 1 tot en met 12 van §5.3 uit Ta!ent.

- Je maakt de opdrachten zelfstandig (geen overleg) en krijgt hiervoor 20 minuten de tijd.

- Muziek luisteren met oordopjes in, mag!

- Heb je een vraag? Steek je hand op, dan kom ik je helpen! :)

- Ben je klaar? Ga verder met lezen uit het leesboek.

Wat heb je deze les geleerd?