3.7/3.8 I of ie?

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands, laat het nog even dicht. 



Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Voorbeeld: als er staat schrijf de zin over, doe je dat. 




Slide 3 - Slide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen. 
namen van de leerlingen toevoegen 

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
namen van de leerlingen toevoegen

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, daarna aan de slag. 
namen van de leerlingen toevoegen

Slide 4 - Slide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je woorden met verschillende korte en lange klanken goed spellen. 

Slide 5 - Slide

Verdiept arrangement
Aan de slag of meedoen met instructie?
Lees en maak les 3.6 opdr. 15. 
Ga aan de groepstafel op de gang bij juf Eva zitten.  

Klaar? 
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toetsen/lezen/tekene/Smartgame. 

Slide 6 - Slide

Minicheck:
Quiz mee!

Heb je alle 3 de vragen goed? 
Dan mag je daarna zelfstandig aan de slag. 

Niet alle 3 de vragen goed? 
Niet erg! Doe mee met de instructie. 

Slide 7 - Slide

4. Instructie

Slide 8 - Slide

i of ie?
De meeste lange klanken schrijf je met twee klinkers.

voorbeeld:  bot – boot, man – maan, tut – tuut, bek – beek

Dit kan niet bij de i.
De lange klank ie schrijf je soms met ie en soms met i. De spelling van deze woorden moet je uit je hoofd leren.

voorbeeld

liter, gieter, gitaar, vakantie, politie

Slide 9 - Slide

i of ie
A
artiest
B
artist

Slide 10 - Quiz

i of ie
A
februari
B
februarie

Slide 11 - Quiz

i of ie
A
giechelen
B
gichelen

Slide 12 - Quiz

i of ie
A
kielo
B
kilo

Slide 13 - Quiz

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 3.7/3.8 opdr. 16 t/m 18

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 14 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt : les 3.7/3.8
opdr. 16 t/m 18 op blz. 106 t/m 108.

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets/lezen/tekenen/Smartgame. 
timer
30:00

Slide 15 - Slide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 

Huiswerk: dinsdag 7 december 2021 --> 
Les 3.7/3.8 opdr. 16 t/m 18


Slide 16 - Slide

Noteer het WWG uit de volgende zin:
Jij moet je boek nog kaften

Slide 17 - Open question

Noteer het WWG uit de volgende zin:
Je moet er snel eens gaan kijken

Slide 18 - Open question

Noteer het WWG uit de volgende zin:
Je hebt vandaag het WWG leren toepassen

Slide 19 - Open question

Afsluiting
- Ruim je boek en schrift van NE op als je klaar bent en alle opdrachten hebt nagekeken.

Volgende lesuur: mens & maatschappij.

Slide 20 - Slide