Spelling 3.7 + 3.8 i of ie?

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2,3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze les maken we gebruik van je mobiele telelefoon.

Slide 2 - Slide

Wanneer je online mee wilt doen, kun je de volgende app downloaden.


https://student.lessonup.io
Vervolgens kun je een account aanmaken.

Slide 3 - Slide

De komende les krijg je een inlogcode voor jouw klas. 
die kun je invullen op de volgende link:

Slide 4 - Slide

Wat gaan we deze les doen?

- Kijken wat jullie nog weten.
- Doelen van deze les
- Theorie
- Huiswerk

Slide 5 - Slide

Doelen van deze les
Aan het einde van deze les:

-weet je hoe je verschillende woorden met korte en lange klanken goed spelt.



Slide 6 - Slide

i of ie?
De meeste lange klanken schrijf je met twee klinkers.

voorbeeld:  bot – boot, man – maan, tut – tuut, bek – beek

Dit kan niet bij de i.
De lange klank ie schrijf je soms met ie en soms met i. De spelling van deze woorden moet je uit je hoofd leren.

voorbeeld

liter, gieter, gitaar, vakantie, politie

Slide 7 - Slide

i of ie
A
artiest
B
artist

Slide 8 - Quiz

i of ie
A
februari
B
februarie

Slide 9 - Quiz

i of ie
A
giechelen
B
gichelen

Slide 10 - Quiz

i of ie
A
kielo
B
kilo

Slide 11 - Quiz

Aan de slag!
Maak vanuit het boek blz 85 opdracht 1,2 en 3.
snap je iets niet, sla het over, we bespreken
het straks na.

KLAAR?
-Lezen              
timer
15:00

Slide 12 - Slide

Nabespreken
We gaan de opdrachten bespreken










aantal
240









aantal







Slide 13 - Slide

Doelen van deze les
Aan het einde van deze les:

-weet je hoe je verschillende woorden met korte en lange klanken goed spelt.                                    

Slide 14 - Slide

 Sociaal gedrag

Slide 15 - Slide

Noem 3 dingen die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

Nu Gaan we over naar een betoog. 
In het volgende filmpje zie je een voorbeeld van een betoog.
Na dit filmpje komen een aantal vragen.

Slide 18 - Slide

Is dit een goed betoog
A
Ja hij heeft een goed verhaal.
B
Nee het is alleen zijn mening.
C
Ja, want hij heeft ook onderzoek gedaan.
D
Nee, hij roept maar wat.

Slide 19 - Quiz

Opdracht
Maak zelf in tweetallen een betoog. Je mag het in powerpoint maken of in een filmpje. Je mag hier bijvoorbeeld een grote voetbalclub vertellen waarom jij de juiste bent om aan te nemen. 

Slide 20 - Slide