Module 1.3 - Les 4 | Diversiteit

Interculturele Communicatie
Diversiteit
1 / 44
next
Slide 1: Slide
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Interculturele Communicatie
Diversiteit

Slide 1 - Slide

Diversiteit
3.1 Culturele diversiteit
3.2 Diversiteit in levensbeschouwing 
3.3 Seksuele en genderdiversiteit
3.4 Aandachtspunten

Communicatie en diversiteit

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij culturele diversiteit

Slide 3 - Mind map

Kennistest
Teams van 3/4 mensen - je werkt deze les in dezelfde groep. 
geef je team een originele diverse naam :-)

Deel 1: Quiz
Deel 2:  Culturele communicatie - gebaren
Deel 3: Ervaringen uitwisselen

Slide 4 - Slide

Wat is cultuur?
A
Religie, geloof, wat bij een groep hoort.
B
communicatie op hoog niveau (ministers)
C
Communicatie tussen mensen uit verschillende culturen
D
het geheel aan gewoonten en regels dat bij een (bevolkingsgroep) hoort

Slide 5 - Quiz

Denkbeelden en gedragsregels uit een cultuur worden vanzelfsprekend voor iemand die in die cultuur opgroeit
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Cultuurverschillen ontstaan altijd door verschillen in levensbeschouwing
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Een moslim uit Egypte heeft dezelfde waarden en normen als een moslim uit Turkije
A
Onjuist
B
Juist

Slide 8 - Quiz

Onverwacht langskomen is meer vanzelfsprekend in
A
Suriname
B
Nederland

Slide 9 - Quiz

Wat is de reden dat in Japan en China mensen slurpen. (soep slurpen)
A
Ze kunnen niet gewoon eten.
B
Dan laten ze merken dat het extra goed smaakt.
C
Ze hebben een gebit minder
D
Ze zeggen dat dit de smaak verbeterd

Slide 10 - Quiz

In welk land kun je niet vanzelfsprekend van je vork eten.
A
China
B
Verenigde staten
C
Thailand

Slide 11 - Quiz

In welk land wordt je bord leeg eten gezien als onbeleefd? (als een teken dat de gastheer niet genoeg kookte en het eten niet genoeg was)
A
China
B
Verenigde staten
C
Thailand

Slide 12 - Quiz

In welk land kun je beter geen zout over je eten gooien?
A
Egypte
B
Italie
C
Marokko

Slide 13 - Quiz

In welk land kun je beter niet terug glimlachen als iemand je toevallig aankijkt
A
Filipijnen
B
China
C
Zuid-Korea

Slide 14 - Quiz

In welke culturen getuigt het van respect om de ogen neer te slaan in plaats van aan te kijken
A
Westerse culturen
B
Oosterse culturen

Slide 15 - Quiz

Bij de oosterse cultuur horen de volgende werelddelen/geloven.....
A
Azie, Afrika, Latijns Amerika,
B
Europa, Noord-Amerika, Australië en Japan
C
Christendom, katholicisme , protestantisme
D
Boeddhisme, Hindoeïsme, Islam, Taoisme.

Slide 16 - Quiz

Je kunt interculturele communicatie bevorderen door:
A
veel gebaren te gebruiken, want die betekenen in elke cultuur hetzelfde.
B
de waarden en normen uit je eigen cultuur als maatstaf te nemen.
C
je bewust te zijn van je cultuur, waarden, normen en verdiepen in de cultuur van de ander.
D
ervan uit te gaan dat waarden, normen en culturele gewoonten onveranderlijk zijn.

Slide 17 - Quiz

Bij de westerse cultuur horen de volgende werelddelen/geloven.....
A
Azie, Afrika, Latijns Amerika,
B
Europa, Noord-Amerika, Australië en Japan
C
Christendom, katholicisme , protestantisme
D
Boeddhisme, Hindoeïsme, Islam, Taoisme.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Wat komt vaker voor in de wereld bij groeten. 2 kussen op de wang of 3 kussen op de wang?
A
2 kussen
B
3 kussen

Slide 20 - Quiz

Buigen en handen ineen slaan komt vooral voor in..
A
De oosterse cultuur
B
De westerse cultuur

Slide 21 - Quiz

Hoe dieper de buiging hoe meer respect je laat zien bij begroeten in.......
A
Thailand
B
Pakistan
C
India
D
Japan

Slide 22 - Quiz

In welk land staken mensen hun tong uit als begroeting
A
Japan
B
China
C
Tibet

Slide 23 - Quiz

Welke bevolkingsgroep wrijft met hun neus tegen elkaar?
A
Poolberen
B
Chinezen
C
Eskimo's

Slide 24 - Quiz

Culturele diversiteit
= de verscheidenheid aan culturen binnen een specifieke regio

Slide 25 - Slide

Interculturele communicatie
Interculturele communicatie = de communicatie tussen mensen van een verschillende cultuur.

Wanneer je met iemand uit een andere cultuur communiceert, kunnen er misverstanden ontstaan door cultuurverschillen of door een andere kijk op de wereld. 

Slide 26 - Slide

Gebaren
Zoek in je team tenminste 2 gebaren met een verschillende betekenis per land.

Verwerk deze in een Powerpoint met een quizvraag erbij voor de klas.
Je krijgt hier 15 minuten de tijd voor. Als je het af heb zet je het in teams bij het vak Communicatie en ondersteunen. 
timer
15:00

Slide 27 - Slide

Interculturele communicatie 
Diversitieit
Non-verbale communicatie gebruiken
Tolk inzetten bij anderstaligen 
Cultuurverschillen tussen mensen 

Slide 28 - Slide

Culturen waar je deel van kunt uitmaken
(meervoudig kijken, Hoffman)
 Man                            Getrouwd                                Chinees
Vrouw                         Veganist                           Homo
Nederlander                          Blank                       ING
Fries                       Werkloos                                       Voetballer
Christelijk                             Puber                        Student      
Moeder                       Single
       Toerist                     80+                                           Docent

Slide 29 - Slide

Diversiteit
= grote verscheidenheid
Mensen verschillen waarin?

Slide 30 - Slide

Diversiteit 
Mensen verschillen in:
- Culturele afkomst
- Leeftijd
- Sekse
- Nationaliteit
- Seksuele gaardheid
- Religie
- Taalgebruik
- etc.

Slide 31 - Slide

Puberuil
Bekijk de aflevering van Puberruil en schrijf voor jezelf op welke voorbeelden van culturele diversiteit je ziet.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Link

Welke voorbeelden van culturele diversiteit haal jij uit het filmpje.

Slide 34 - Open question

Noem drie voorbeelden van culturele diversiteit in Nederland

Slide 35 - Open question

Tips bij interculturele communicatie
  • Probeer je te verdiepen in opvattingen, normen & waarde en omgangsvormen in andere culturen
  • Respecteer andermans mening
  • Luister actief en onbevooroordeeld
  • Spreek duidelijk en niet te snel
  • Gebruik korte zinnen en makkelijke woorden
  • Wees niet te direct of zakelijk

Slide 36 - Slide

Vragen - bespreek in je team
1. Heb jij wel eens iemand geholpen met vertalen als tolk? In welke taal en in wat voor een situatie?

2. Wat voor culturen heb je in je familie? (Dit mag je eigen achtergrond zijn, de achtergrond van aangetrouwde familie enz.)

3. Welke taal zou jij willen leren spreken? En waarom?

4. Welke vooroordelen heb je ten opzichte van andere culturen? 


Slide 37 - Slide

4. Welke vooroordelen heb je ten opzichte van andere culturen? 

Schrijf voor jezelf (individueel) 2 vooroordelen op.
Bespreek de vooroordelen en bekijk eens kritisch of je oordeel altijd klopt en/of eerlijk is ten opzichte van de ander. 
De drie stappen van Pinto
Stap 1: Ken jezelf, ken je eigen waarden en normen. Die waarden en normen zijn cultuurgebonden en bepalen wat jij belangrijk vindt en wat niet. Verdiep je ook in de gedragsregels die je normaal vindt en wees je ervan bewust dat ook die cultuurgebonden zijn.

Stap 2: Leer de normen en waarden van de ander kennen. Ook die komen voort uit zijn cultuur. Ga hierbij uit van feiten en niet van vooroordelen.

Stap 3: Bepaal hoe je omgaat met de verschillen tussen jullie. Bepaal je grenzen en bepaal welke aanpassingen aan de ander je wel of niet wil doen.


Slide 38 - Slide

3.3 Seksuele en genderdiversiteit
Je denkt na over de term genderdiversiteit
Maak dit individueel (niet overleggen)

Vergelijk je antwoord met je buren. 

Welke variaties ken je in seksualiteit?
Wat is het verschil tussen sekse en gender?

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

4. Welke vooroordelen heb je ten opzichte genderdiversiteit? 

Schrijf voor jezelf (individueel) 2 vooroordelen op.
Bespreek de vooroordelen en bekijk eens kritisch of je oordeel altijd klopt en/of eerlijk is ten opzichte van de ander. 
De drie stappen van Pinto
Stap 1: Ken jezelf, ken je eigen waarden en normen. Die waarden en normen zijn cultuurgebonden en bepalen wat jij belangrijk vindt en wat niet. Verdiep je ook in de gedragsregels die je normaal vindt en wees je ervan bewust dat ook die cultuurgebonden zijn.

Stap 2: Leer de normen en waarden van de ander kennen. Ook die komen voort uit zijn cultuur. Ga hierbij uit van feiten en niet van vooroordelen.

Stap 3: Bepaal hoe je omgaat met de verschillen tussen jullie. Bepaal je grenzen en bepaal welke aanpassingen aan de ander je wel of niet wil doen.


Slide 43 - Slide

Opdrachten - Licentie
Hoofdstuk 3: Diversiteit

Verwerkingsopdrachten Niveau 3.
Begrijp je de theorie?
Praktijksituatie (eventueel klassikaal maken)


Slide 44 - Slide