Persoonlijk voornaamwoord (pers.vnw)
Woorden als ik, jij, hij, zij, wij , jullie, u, zijn persoonlijke voornaamwoorden.
Ezelsbruggetje: Je kunt altijd een naam invullen op de plek van het persoonlijk voornaamwoord.
Voorbeeld: Hij gaat straks naar voetbal. --> Mark gaat straks naar voetbal.
Let op: ook 'het' is een persoonlijk voornaamwoord. Het ezelsbruggetje van hiervan gaat niet op. Als 'het' niet hoort bij een zelfstandig naamwoord, is het automatisch een pers. vnw.
Het kan de hele week nog blijven vriezen. --> pers.vnw
Het cadeau is gisteren bezorgd bij de jarige. --> lidwoord (lw)