4M 3.2 De bloedsomloop en de bloedvaten

1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Startopdracht - Zelfstandig stil

De vorige les hebben we de bestanddelen van bloed besproken. Schrijf alles op wat je nog weet --> 3 minuten Zs.

Na 3 minuten vergelijk je je antwoorden met de buurman of buurvrouw en vul je jouw antwoorden aan --> 3 minuten





  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Je jas hang je over je stoel
  4. Pak je boek, schrift + pen
  5. Maak de startopdracht alleen en in stilte. 

timer
6:00

Slide 2 - Slide

Programma
  • Leerdoelen
  • Uitleg basisstof 2 --> bloedsomloop en bloedvaten
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 3 - Slide

De bloedsomloop
13.1 Bloed
13.2 De bloedsomloop en de bloedvaten
13.3 Het hart
13.4 Hart- en vaatziekten
13.5 Weefselvloeistof en lymfe
13.6 Afweer
13.7 Transplantaties en bloedtransfusies

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 13.3
  • Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
  • Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
  • Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen en je kunt de samenstelling van bloed daarin aangeven. 

Slide 5 - Slide

Het bloedvatenstelsel
Al je bloedvaten samen vormen je bloedvatenstelsel. In de afbeelding zijn de haarvaten niet te zien. 

Bloedvaten vervoeren stoffen en warmte. Deze warmte ontstaat bij de verbranding in je cellen. 
Meer verbranding = meer warmte = bloedvaten wijder. En andersom!


Als je b.v. sport  wordt de verbranding hoger. Je ziet dan ook dat de bloedvaten wijder worden --> je huis wordt roder en de warmte wordt afgegeven via je huid.
Als je het koud hebt, worden je bloedvaten nauwer. Ze geven dan weinig warmte af aan je huid en zo zorgen ze dat de warmte in je lichaam blijft. 

Slide 6 - Slide

Het bloedvatenstelsel
Meestal hebben de slagaders en de aders de naam van het orgaan waarnaar ze toegaan of waar ze vandaan komen. 


Slide 7 - Slide

Uitzonderingen namen bloedvaten
De poortader brengt zuurstofarm en voedingsstofrijk bloed van de darmen naar de lever.

De aders die naar het hart toegaan noemen we de bovenste- en onderste holle ader.
De aorta is de lichaamsslagader en gaat van het hart af. 
De 

Slide 8 - Slide

De lever
De lever ontvangt zuurstofrijk bloed via de leverslagader. Het bloed stroomt uit de lever weg via de leverader --> naar de onderste holle ader --> hart (rechter boezem)
Glucosegehalte in het bloed laag? --> glycogeen uit de lever wordt omgezet in glucose --> via leverader het lichaam in. 

Slide 9 - Slide

Dubbele bloedsomloop

Kleine bloedsomloop
+
Grote bloedsomloop
=
dubbele bloedsomloop

Slide 10 - Slide

bloedsomloop (bloedvaten)

Slide 11 - Slide

Slagaders
  • Bloed stroomt vanaf het hart naar de organen toe. 
  • Grootste slagader = aorta.
  • Bestaan uit dekweefsel een dikke gespierde wand en bindweefsel (buitenkant). 
  • De meeste slagaders zijn vernoemd naar het orgaan waar ze heen gaan.
Slagaders vervoeren zuurstof rijk bloed, behalve de longslagader.

Slide 12 - Slide

Haarvaten
  • In de organen vertakken de slagaders zich in kleine dunne bloedvaatjes (haarvaten).
  • Vervoeren bloed door de organen.
  • Afgifte en opname van stoffen.
  • Bloed stroomt langzaam.

Slide 13 - Slide

Aders
  • De haarvaten komen bij elkaar in aders.
  • Aders vervoeren het bloed vanaf de organen terug naar het hart.
  • Bevatten kleppen  en hebben een dunne wand--> dekweefsel, spierweefsel, bindweefsel
  • Meestal vernoemd naar het orgaan waar ze vanaf komen.
Aders vervoeren zuurstofarm bloed, behalve de longader.

Slide 14 - Slide

Aders
  • Het bloed in de aders is glucose arm en koolstofdioxide rijk.

Waarom? 

Uitzondering --> in de leverader is het glucose gehalte hoger dan in andere aders. Waarom? 
Aders vervoeren zuurstofarm bloed, behalve de longader = uitzondering
Door de verbranding in de organen. 
Verbranding --> glucose + zuurstof = energie + koolstofdioxide + water
Als het glucosegehalte in het bloed laag is wordt glycogeen uit de lever door het hormoon glucagon uit de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier omgezet in glucose --> via leverader gaat het dan verder het lichaam in.

Slide 15 - Slide

Aders
Werking van de kleppen

Slide 16 - Slide

De formule van verbranding is:
glucose + zuurstof --> koolstofdioxide + water (+ energie).
Verbranding vindt plaats in al je cellen.
Welke rol speelt de bloedsomloop bij de verbranding? Overleg in tweetallen.

Slide 17 - Open question

Huiswerk

Lezen: 13.2
Maken opdracht 1 t/m 3 en
5 t/m 8





Herhalen en/of extra oefenen

Playlist uitlegvideo's


Slide 18 - Slide

Leerdoelen 13.3
  • Je kunt in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
  • Je kunt de drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
  • Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen en je kunt de samenstelling van bloed daarin aangeven. 

Slide 19 - Slide


1) Kleine bloedsomloop =
Hart -                           - hart

2) Grote bloedsomloop =
Hart -                           - hart

hele lichaam
longen

Slide 20 - Drag question

Sleep de namen naar de juiste bloedvaten 
Nierslagader
Longader
Leverader
Poortader
Aorta
Longslagader

Slide 21 - Drag question

Slagader
Ader
Naar het hart toe
Van het hart af
Dikke gespierde wand
Dunne slappe wand
Kleppen over de gehele lengte
Kleppen alleen bij het hart
Bloed stroomt snel
Bloed stroomt langzaam
Hoge bloeddruk
Lage bloeddruk
Liggen vaak dieper

Slide 22 - Drag question