Grammatica H5 - les 1

wo. 12 jan. - 2m3 - 4e uur
Bijwoordelijke bepaling
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

wo. 12 jan. - 2m3 - 4e uur
Bijwoordelijke bepaling

Slide 1 - Slide

Scripts & filmpjes
  • Complimenten voor alle ingeleverde scripts en filmpjes. Ik heb ervan genoten!
  • Niets ingeleverd door:
  • --> groepje 2: Splinter, Tasawer, Len
  • --> groepje 3: Ezra
  • --> groepje 6: Joost, Rick, Jonah, Adem

Slide 2 - Slide

Scripts & filmpjes
  • Morgen, donderdag (13/1), om 17.00 uur is het uiterste inlevermoment voor scripts en filmpjes. 
  • Alles wat 17.01 uur of later is ingeleverd wordt beoordeeld met het cijfer 1 waarover ouders worden gemaild door meneer Van Poelgeest.
  • Scripts en filmpjes die na de kerstvakantie zijn ingeleverd, dus na zondag 9/1 - 23.59 uur, krijgen maximaal het cijfer 6.

Slide 3 - Slide

Planning
Voor de vakantie
  • H1 Grammatica zinsdelen blz. 28-29 Zinnen in zinsdelen verdelen 
  • 1e deel van H3 Werkwoordelijk gezegde blz. 80-81
Deze week
  • 2e deel vanH3 Grammatica zinsdelen blz. 80-81  Lijdend voorwerp
  • H4 Grammatica zinsdelen blz. 106-107 Meewerkend voorwerp
  • H5 Grammatica zinsdelen blz. 132-133 Bijwoordelijke bepaling
Volgende week: 
  • herhalen Grammatica zinsdelen H1, H3, H4 en H5

>> GPW-stof: Grammatica zinsdelen H1, H3, H4 en H5 <<

Slide 4 - Slide

Doel van de les
Je kunt naast pv, ow, wg, lv en mv nu ook bijwoordelijke bepalingen (bwb) in een zin vinden.

Slide 5 - Slide

Programma deze les
  • Herhalen stappenplan + ow + wg + lv + mv
  • Bespreken opdr. 4 blz. 107
  • Uitleg bijwoordelijke bepaling
  • Klassikaal en zelfstandig oefenen met zinnen ontleden

Slide 6 - Slide

Stappenplan ontleden zinsdelen
  1. Zoek de persoonsvorm (pv) 
  2. Verdeel de zin in zinsdelen
  3. Zoek het onderwerp (ow)
  4. Benoem het werkwoordelijk gezegde (wg)
  5. Zoek het lijdend voorwerp (lv) 
  6. Zoek het meewerkend voorwerp (mv)

Ik geef oma een grote bos bloemen voor haar verjaardag.
                      

Slide 7 - Slide

aan het en te direct vóór het ww horen bij het wg
  • Zij is buiten aan het voetballen.   wg = is aan het voetballen
  • De baby is aan het huilen.   wg = is aan het huilen
  • maar: In de trein zit ik het liefst aan het gangpad.  wg = zit

  • Hij staat daar te kletsen met Rob.   wg = staat te kletsen 
  • Oma zit te breien op de bank.   wg = zit te breien
  • maar: Ik vind dat cadeau veel te duur.   wg = vind

Slide 8 - Slide

Theorie

gezegde: alle werkwoorden uit de zin

onderwerp: wie (wat) + gezegde?

lijdend voorwerp: wat (wie) + gezegde + onderwerp?


meewerkend voorwerp: aan/voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Slide 9 - Slide

Meewerkend voorwerp

  • Aan / voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
  • Check daarna of je aan of voor kunt weglaten of toevoegen. Soms moet je hiervoor de woordvolgorde aanpassen.


Slide 10 - Slide

opdracht 4 blz. 107
  1. Loubna schonk voor iedereen een beker chocolademelk in.
  2. Aan wie zal ik mijn oude fiets verkopen?
  3. De verhuizers mochten de verhuisauto parkeren voor de oprit van de buren.
  4. De scheidsrechter gaf Jonathan vlak voor de rust een gele kaart.
  5. Op zijn moeders verjaardag heeft Levi een bos bloemen voor haar gekocht.
  6. Voor de Hema was een man aan het trommelen voor een enthousiast publiek.

Slide 11 - Slide

Bijwoordelijke bepaling bwb
  • Een bijwoordelijke bepaling (bwb) 
  • --> geeft antwoord op vragen als: Waar? Wanneer? Waarheen? Waarom? Waardoor? Waarvandaan? Van wie? Hoe?
  • Zo vind je bijwoordelijke bepalingen (bwb's)
  • --> Noteer pv, ow en wg.
  • --> Zoek naar het lv en mv (als die er zijn).
  • --> De zinsdelen die hierna nog over zijn, zijn bwb = 'restgroep'
  • Soms staan er nul bwb's in een zin, soms is het er één, soms zijn het er meerdere.

Slide 13 - Slide

Stappenplan ontleden zinsdelen
  1. Zoek de persoonsvorm (pv) 
  2. Verdeel de zin in zinsdelen
  3. Zoek het onderwerp (ow)
  4. Benoem het werkwoordelijk gezegde (wg)
  5. Zoek het lijdend voorwerp (lv) 
  6. Zoek het meewerkend voorwerp (mv)
  7. Zoek de bijwoordelijke bepalingen (bwb)
Ik geef oma een grote bos bloemen voor haar verjaardag.
                      

Slide 14 - Slide

opdracht 4 blz. 107
  1. Loubna schonk voor iedereen een beker chocolademelk in.
  2. Aan wie zal ik mijn oude fiets verkopen?
  3. De verhuizers mochten de verhuisauto parkeren voor de oprit van de buren.
  4. De scheidsrechter gaf Jonathan vlak voor de rust een gele kaart.
  5. Op zijn moeders verjaardag heeft Levi een bos bloemen voor haar gekocht.
  6. Voor de Hema was een man aan het trommelen voor een enthousiast publiek.

Slide 15 - Slide

Huiswerk do. 13/1
Maak opdracht 5 op blz. 133
Ontleed de zinnen volledig volgens het stappenplan, noteer voor elke zin:
pv =
ow =
wg =
lv =
mv =
bwb = 

Slide 16 - Slide