What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
aanwijzend voornaamwoord (11 -12 rvl)
Grammatica blok 4
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica blok 4
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Na deze les:
- heb je de woordsoorten bezittelijk vnw herhaald.
- heb je nieuwe stof geleerd: aanwijzend voornaamwoord
Slide 2 - Slide
bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan
mijn - mijne (het is mijn telefoon - deze telefoon is de mijne)
jouw, je, uw - jouwe, uwe
zijn, haar - zijne, hare
ons, onze - onze
jullie, uw - uwe
hun - hunne
Slide 3 - Slide
Twijfel je of het bezittelijk of persoonlijk voornaamwoord is?
Als het woord vervangen kan worden door een NAAM, en de zin klopt nog steeds, dan is het een persoonlijk voornaamwoord.
Hij geeft zijn telefoon.
Slide 4 - Slide
Bezittelijk vnw.
Ik heb jouw spullen meegenomen!
Slide 5 - Open question
Bezittelijk vnw.
Haar uitleg is echt goed.
Slide 6 - Open question
Bezittelijk vnw.
We betalen hem met jullie geld.
Slide 7 - Open question
vragend voornaamwoord
er zijn er vier:
wie
wat
welk(e)
wat voor (een)
Slide 8 - Slide
Vragend vnw.
Welke dagen moet je paardrijden?
Slide 9 - Open question
Vragend vnw.
Hoeveel uur hebben we vandaag?
Slide 10 - Open question
Vragend vnw.
Wat voor een auto heeft ze gekocht?
Slide 11 - Open question
Aanwijzend voornaamwoord
Wijst iets of iemand aan.
Kijk, zie je
die
luchtballon?
Slide 12 - Slide
Aanwijzend voornaamwoord
Er zijn 4 aanwijzende voornaamwoorden:
deze, dit, die
en
dat.
Voor dingen die dichtbij zijn: deze/dit
Voor dingen die ver weg zijn: die / dat
Slide 13 - Slide
Aanwijzend voornaamwoord
Bij de- woorden gebruik je deze of die.
Bij het-woorden gebruik je dit of dat.
vb:
de
stoel: Ga je even op
deze
stoel zitten?
Ga maar even op
die
stoel zitten.
vb:
het
kopje: Kun je
dat
kopje even doorgeven?
Kun je
dit
kopje even doorgeven?
Slide 14 - Slide
Het aanwijzend voornaamwoord
aanw. vnw
de-woord
het-woord
dichtbij
deze
dit
ver weg
die
dat
Slide 15 - Slide
Vul een aanwijzend vnw in:
Jaap wil ... fiets lenen
Slide 16 - Open question
Vul het juiste aanwijzend vnw in:
Geef mij ... tas eens even aan?
Slide 17 - Open question
Vul het juiste aanwijzend vnw in:
Ik wil morgen ... vest aan.
Slide 18 - Open question
Vul het juiste aanwijzend vnw in:
Zie je ... vliegtuig daar boven in de lucht?
Slide 19 - Open question
Huiswerk
Maak opdracht 9 tm 12
blz 195-199
Slide 20 - Slide
More lessons like this
aanwijzend voornaamwoord (11 -12 rvl)
November 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
S25 - Het wederkerend en wederkerig voornaamwoord
March 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
S35 - Het vragend en betrekkelijk voornaamwoord
May 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling leerjaar 2 Grammatica WS voornaamwoorden
January 2025
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Klas 3TL- voornaamwoorden
January 2025
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
koppel-en hulpww
November 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
BSR 14/5 2ha Grammatica WS soorten werkwoorden
May 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Woordsoortbenoeming Blok 1 en 2 - Les 1 - L2HB L2AA
September 2020
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2