Les 5 Omgaan met collega's Taak 18 Een duidelijke overdracht schrijven

Examen schrijven
  • Andere locatie
  • tijdsduur 60 minuten
  • 2/3 schrijfopdrachten
  • computer
  • globaal beoordeling
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Examen schrijven
  • Andere locatie
  • tijdsduur 60 minuten
  • 2/3 schrijfopdrachten
  • computer
  • globaal beoordeling

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan ik:
  • schrijfdoelen benoemen;
  • taal aanpassen aan publiek;
  • hoofdstructuur in een tekst gebruiken;
  • bestaat de tekst uit alinea's met kernzinnen;

Slide 2 - Slide

2. Communicatiedoel
Meest voorkomende schrijfdoelen zijn:
  •  Informeren (feiten, informeren, gegevens)
  • Instrueren (aanwijzingen iets doen of maken)
  • Overtuigen (mening/ standpunt met argumenten)
  • Activeren (overtuigen waarna actie volgt)
Uit de opdracht kan je het doel halen.
Stel jezelf de vraag komt het doel over?

Slide 3 - Slide

14. Wie is je publiek?
  • Wat is je schrijversdoel? (informeren/ overtuigen/ amuseren/instrueren)
  • Wat weet je van je publiek?
  • Wat wil je met het onderwerp bereiken?
  • Welke tekstvorm gebruik je? (artikel, flyer, brief)
  • Hoe stem jij je taal en toon af op je publiek?

Slide 4 - Slide

38. Hoofdstructuur
  • Inleiding (onderwerp, hoofdgedachte)
  • Middenstuk (verdeeld in alinea's, uitwerking)
  • Slot (conclusie, samenvatting, aanbeveling etc.)

Slide 5 - Slide

37. Onderwerp, hoofdgedachte
Onderwerp van de tekst: één woord
Hoofdgedachte van de tekst: belangrijkste uitspraak over het onderwerp in één zin samengevat

Slide 6 - Slide

41. Alinea's en kernzinnen
  • Alinea's witregel
    boven/ beneden in tekst
  • Per deelonderwerp een alinea
  • Eerste of laatste zin
    van alinea is kernzin
  • Kernzin staat belangrijkste
    van de alinea 

Slide 7 - Slide

53. Verslag en rapport schrijven
  • Rapporteren is soort verslag
  •  Hoofddoel informeren
  •  Feiten
  • Objectief
  • Vaste indeling: Titel, inleiding,
    middenstuk in alinea's, slot

Slide 8 - Slide

Evalueren
Aan het eind van de les kan ik:
  • schrijfdoelen benoemen;
  • taal aanpassen aan publiek;
  • hoofdstructuur in een tekst gebruiken;
  • bestaat de tekst uit alinea's met kernzinnen;

Slide 9 - Slide

Opdracht 5
  • Pak pen en papier
  • Tweetallen
  • Aantekeningen maken
  • Uitwerken tot verslag
  • Publiek: je partner/ familie
  • Onderwerp vrije tijd
  • Tip: wat, wanneer, hoe, hoelang, met wie, waar

Slide 10 - Slide

Maken
Thema: Omgaan met collega's
Taak 18: Duidelijke overdracht schrijven 2F
Opdracht boek 1, 4, 5, 6 



Slide 11 - Slide