What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 1 Omgaan met collega's taak 18 Duidelijk overdracht schrijven
Wie schrijft er wel eens een overdracht of rapportage?
1 / 19
next
Slide 1:
Poll
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wie schrijft er wel eens een overdracht of rapportage?
Slide 1 - Poll
De afdeling
De collega
De overdracht
De afdeling van een bedrijf.
Iemand waarmee je werkt
Document/ gesprek waarin jij het werk aan iemand anders geeft
Slide 2 - Drag question
Lesdoelen
Aan het eind van de les kan ik:
schrijfdoelen
benoemen;
taal
aanpassen aan
publiek
;
hoofdstructuur
in een tekst gebruiken;
bestaat de tekst uit
alinea's met kernzinnen;
de
werkwoordspelling, hoofdletters en leestekens en interpunctie
op je juiste manier toepassen.
Slide 3 - Slide
2. Communicatiedoel
Meest voorkomende schrijfdoelen zijn:
Informeren
(feiten, informeren, gegevens)
Instrueren
(aanwijzingen iets doen of maken)
Overtuigen
(mening/ standpunt met argumenten)
Activeren
(overtuigen waarna actie volgt)
Uit de opdracht kan je het doel halen.
Stel jezelf de vraag komt het doel over?
Slide 4 - Slide
14. Wie is je publiek?
Wat is je
schrijversdoel
? (informeren/ overtuigen/ amuseren/instrueren)
Wat weet je van je
publiek
?
Wat wil je met het
onderwerp
bereiken?
Welke
tekstvorm
gebruik je? (artikel, flyer, brief)
Hoe stem jij je
taal en toon
af op je publiek?
Slide 5 - Slide
38. Hoofdstructuur
Inleiding
(onderwerp, hoofdgedachte)
Middenstuk
(verdeeld in alinea's, uitwerking)
Slot
(conclusie, samenvatting, aanbeveling etc.)
Slide 6 - Slide
37. Onderwerp, hoofdgedachte
Onderwerp van de tekst:
één woord
Hoofdgedachte van de tekst:
belangrijkste uitspraak over het onderwerp in één zin samengevat
Slide 7 - Slide
41. Alinea's en kernzinnen
Alinea's
witregel
boven/ beneden in tekst
Per
deelonderwerp
een alinea
Eerste of laatste zin
van alinea is
kernzin
Kernzin staat
belangrijkste
van de alinea
Slide 8 - Slide
53. Verslag en rapport schrijven
Rapporteren is soort verslag
Hoofddoel informeren
Feiten
Objectief
Vaste indeling: Titel, inleiding,
middenstuk in alinea's, slot
Slide 9 - Slide
80. werkwoordspelling
Doe- woord
T.t. stam (ik-vorm) +t (hij- vorm) vul w.w. lopen in
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Oefenzinnen
Koos ... (verzamelen t.t.) munten en penningen.
Het ... (misten v.t.) flink in Bargeres.
Jan ... (missen v.t.) de laatste bus.
Mijn oom ... (erven v.t.) een stoel.
Zoiets ... (gebeuren t.t.) wel vaker.
... (besteden t.t.) jij veel tijd aan je huiswerk?
De werkgever ... (vergoeden t.t.) alle kosten.
Slide 12 - Slide
85. Hoofdlettergebruik
Begin van een zin
(eindig met punt) 's
M
iddags
Namen
:
A
lex
B
oogerd, mevrouw
V
an der
W
eijden,
G
od,
A
llah
Organisaties en merknamen
:
M
c
D
onalds, i
P
hone,
C
oca-
C
ola
Aardrijkskundige namen
:
S
choolstraat,
N
ieuw-
A
msterdam,
F
ries,
V
ikingen,
G
root-
B
rittannië, het
D
rielandenpunt
Feestdagen
:
K
erstmis, eerste kerstdag,
V
alentijnsdag
Hist. gebeurtenissen
: de
E
erste
W
ereldoorlog
Slide 13 - Slide
86. Leestekens en interpunctie
Punt , vraagteken, uitroepteken
Komma ,
(korte pauze, opsomming)
Dubbele punt :
(opsomming, toelichting
uitleg, iemand denkt of zegt)
Aanhalingstekens "
(letterlijk
geciteerde zinnen)
Slide 14 - Slide
Evalueren (1)
schrijfdoelen benoemen;
informeren, instrueren, overtuigen, amuseren
taal aanpassen aan publiek;
wat weet je van publiek, onderwerp, tekstvorm, taal en toon
hoofdstructuur in een tekst gebruiken;
Inleiding, middenstuk, slot
Slide 15 - Slide
Evalueren (2)
bestaat de tekst uit alinea's met kernzinnen;
Per deelonderwerp een alinea, kernzin belangrijkste van alinea eerste of laatste zin
de werkwoordspelling, hoofdletters en leestekens en interpunctie op je juiste manier toepassen.
tegenwoordige tijd, verleden tijd, hoofdletters begin zin, namen, punt eind zin, komma rust.
Slide 16 - Slide
Volgende keer
Thema
: Omgaan met de doelgroep
Taak 16
: Teksten voor een nieuwsbrief schrijven
Slide 17 - Slide
Maken
Thema:
Omgaan met collega's
Taak 18: Duidelijke overdracht schrijven
2F
Opdracht
boek
4, 6
online
7, 9
Extra opdracht
inleveren via de mail:
n.huls@drenthecollege.nl
Slide 18 - Slide
Opdracht
Je werkt in een bejaardentehuis. Je wilt graag dat studenten komen stagelopen. In het artikel schrijf je:
wat jouw beroep is;
wat je allemaal doet op een dag (minimaal 3 dingen);
noem je wat je leuk en moeilijk vindt aan het beroep;
overtuig je studenten om stage te komen lopen.
Geef 2 argumenten
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Les 1 Omgaan met collega's taak 18 Duidelijk overdracht schrijven
September 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Rapport schrijven
February 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Les 5 Omgaan met collega's Taak 18 Een duidelijke overdracht schrijven
June 2023
- Lesson with
11 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Les 2 Thema beroepspraktijkvorming. Taak 8 Een stageverslag schrijven
January 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Week 2 Een stageverslag schrijven
February 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Voorbereiding dictee K5
April 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Leesvaardigheid H 1, 2 en 3
June 2020
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
voorbereiding toetsweek 1
October 2022
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3