Les 4 De indeling van teksten

Leesvaardigheid
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leesvaardigheid

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 2
De opbouw van een tekst

Slide 2 - Slide

Paragraaf
2.1  De indeling van teksten

Slide 3 - Slide

Onderwerp
De indeling van teksten

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
- Je herkent de opbouw (structuur) van een tekst
- Je vindt snel je weg in een tekst


Slide 5 - Slide

Opbouw tekst
Langere teksten zijn meestal op dezelfde manier opgebouwd: titel – korte samenvatting (inleiding) – middenstuk – slot

Slide 6 - Slide

Titel:
De titel is de naam boven een tekst. Het kan het onderwerp aangeven of de aandacht van lezers trekken.

Slide 7 - Slide

De inleiding
Korte samenvatting (inleiding): Soms staat er onder een titel een ‘anders’ stukje tekst of vetgedrukte tekst. Daarin staat een korte samenvatting over de inhoud van de tekst. 

Slide 8 - Slide

Middenstuk:
Hier komen de verschillende kanten over het onderwerp aan bod. Het middenstuk bestaat meestal uit verschillende alinea’s. 
Elke alinea gaat over een klein stukje over het grotere onderwerp. Boven alinea’s – die bij elkaar horen – kan een tussenkopje staan. We noemen dit ook wel een deeltitel (een titel van een deel van de tekst). 

Slide 9 - Slide

Slot: 
Het slot van een tekst kan bestaan uit:
- Een verwijzing naar het voorbeeld
- De anekdote uit het begin van de tekst (een leuk, pakkend verhaaltje)
- Een samenvatting
- Een conclusie

Slide 10 - Slide

Lees: Mensen kopen meer spullen als ze honger hebben. Wat is het onderwerp?
A
winkelbezoekers met een lege maag
B
koopgedrag van mensen met honger
C
spullen kopen in een winkelcentrum

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van het vetgedrukte stuk tekst onder de titel?
A
Het probeert de aandacht van de lezer te trekken.
B
Het geeft een korte samenvatting van de tekst

Slide 12 - Quiz

Waarom kun je volgens Jing Xu beter eerst wat eten, voordat je de stad in gaat (al. 4)?

Slide 13 - Open question

Wat is de titel van deze tekst?
A
Wie is in de buurt?
B
Hyvesvrienden zoeken op je mobieltje
C
De eerste website
D
Allaboutphones.nl

Slide 14 - Quiz


Lees de inleiding
nauwkeurig.

Wat is de functie van de inleiding?
A
enkel aandacht trekken
B
het onderwerp noemen
C
centrale vraag stellen
D
samenvatting geven

Slide 15 - Quiz


Lees de inleiding nauwkeurig.

Wat is de functie van de inleiding?
A
enkel aandacht trekken
B
het onderwerp noemen
C
centrale vraag stellen
D
samenvatting geven

Slide 16 - Quiz

Wat hoort bij het middenstuk?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Bestaat uit meerdere alinea's
B
Vertelt de inhoud
C
Vertelt de conclusie
D
Staat aan het eind van de tekst

Slide 17 - Quiz

Het middenstuk..
A
Staat vaak apart van de rest van de tekst.
B
Werkt het doel van de tekst uit.
C
Bestaat meestal uit één alinea.
D
Geeft meestal een conclusie of een samenvatting.

Slide 18 - Quiz

In het middenstuk
A
wordt het belangrijkste uit een tekst herhaald
B
staat de meeste informatie
C
maak je kennis met het onderwerp van een tekst

Slide 19 - Quiz

In het middenstuk ...
A
vind je de hoofdgedachte.
B
wordt een conclusie gegeven.
C
vind je de deelonderwerpen.
D
wordt een advies gegeven.

Slide 20 - Quiz

Het slot heeft altijd een functie of bedoeling. Wat kan geen functie van een slot zijn?
A
een vraag stellen
B
een samenvatting geven
C
een conclusie trekken
D
een oplossing van een probleem geven

Slide 21 - Quiz

In het slot
A
Geeft de schrijver een samenvatting of conclusie
B
Trekt de schrijver de aandacht van de lezer.

Slide 22 - Quiz

In het slot wordt......
A
het belangrijkste uit de tekst wordt herhaald
B
kennis gemaakt met het onderwerp van de tekst

Slide 23 - Quiz

Functies van het slot.
Wat is een functie of zijn functies van het slot?
A
een centrale vraag stellen
B
Een advies geven
C
Een samenvatting geven
D
enkele personen introduceren

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide