Spelling blok 6 week 1

Wat is de persoonsvorm?
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat is de persoonsvorm?

Slide 1 - Slide

Zij hebben het aan Pietje gevraagd.
A
hebben
B
het
C
aan
D
gevraagd

Slide 2 - Quiz

Zij wordt gevraagd voor het feest.
A
zij
B
wordt
C
gevraagd
D
feest

Slide 3 - Quiz

Vandaag zijn zij naar Ballorig geweest.
A
vandaag
B
zijn
C
Ballorig
D
geweest

Slide 4 - Quiz

De vrachtwagen heeft de spullen ingeladen.
A
heeft
B
de
C
vrachtwagen
D
ingeladen

Slide 5 - Quiz

Toen heb ik mijn spaak gebroken.
A
heb
B
gebroken
C
spaak
D
toen

Slide 6 - Quiz

Wat is het onderwerp?

Slide 7 - Slide

Wanneer had jij dat gekocht?
A
wanneer
B
jij
C
dat
D
had

Slide 8 - Quiz

Waarom had jij dat gedaan?
A
waarom
B
had
C
jij
D
gedaan

Slide 9 - Quiz

De boot is naar Spanje gevaren.
A
De boot
B
naar
C
is
D
gevaren

Slide 10 - Quiz

Gisteren heeft mijn moeder een eindje gefietst.
A
gisteren
B
heeft
C
mijn moeder
D
gefietst

Slide 11 - Quiz

Welk woord staat in de voltooide tijd?

Slide 12 - Slide

Mijn vader heeft het wiel gemaakt.
A
vader
B
wiel
C
heeft gemaakt
D
mijn

Slide 13 - Quiz

Hij heeft een nieuwe spaak gemonteerd.
A
heeft gemonteerd
B
heeft
C
hij
D
spaak

Slide 14 - Quiz

Hij heeft ook gelijk de ketting gesmeerd.
A
Hij
B
heeft
C
ketting
D
heeft gesmeerd

Slide 15 - Quiz

Hij is er een half uur zoet mee geweest.
A
half
B
uur
C
zoet
D
is geweest

Slide 16 - Quiz

Woord 1

Slide 17 - Open question

Woord 2

Slide 18 - Open question

Woord 3

Slide 19 - Open question

Woord 4

Slide 20 - Open question

Woord 5

Slide 21 - Open question

Woord 6

Slide 22 - Open question

Woord 7

Slide 23 - Open question