11.3 oefenen

H11: Erfelijkheid
 11.3   Je lijkt op
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H11: Erfelijkheid
 11.3   Je lijkt op

Slide 1 - Slide


Hiernaast zie je een afbeelding waarin via het genotype wordt uitgelegd hoe het kan dat 2 ouders met donker haar een kind krijgen met rood haar.
 Juist of onjuist

In de zaadcellen van de jongen kunnen zowel het gen voor donker als voor rood voorkomen
A
juist
B
onjuist
C
niet te zeggen

Slide 2 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast. Is de vader, homozygoot, heterozygoot of niet te zeggen?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Niet te zeggen

Slide 3 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast. Is de zoon, homozygoot, heterozygoot of niet te zeggen?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot
C
Niet te zeggen

Slide 4 - Quiz


De vader is Heterozygoot voor haarkleur. Zijn haar is bruin. Wat is het dominante gen?
A
Bruin
B
Rood
C
Bruin en rood
D
Geen van beiden

Slide 5 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast. De vader is heterozygoot voor de haar kleur bruin. Hoe noteer je dit?
A
AA
B
Aa
C
aa

Slide 6 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast. Hoe noteer je het genotype van deze jongen?
A
Homozygoot dominant AA
B
Heterozygoot Aa
C
Homozygoot ressecief aa
D
Homozygoot dominant aa

Slide 7 - Quiz


Noteer het genotype van de moeder. Vermeld erbij of het om homozygoot of heterozygoot gaat.

Slide 8 - Open question

AA is
AA staat voor 
A
homozygoot dominant
B
heterozygoot
C
homozygoot recessief

Slide 9 - Quiz

aa
aa staat voor 
A
homozygoot dominant
B
heterozygoot
C
homozygoot recessief

Slide 10 - Quiz

Aa
Aa staat voor 
A
homozygoot dominant
B
heterozygoot
C
homozygoot recessief

Slide 11 - Quiz


Hoe zijn de ouders van de jongen aan het gen voor rood haar gekomen?

Slide 12 - Open question


Bekijk de afbeelding hiernaast. Wat is het dominante gen?
A
Zwart
B
Wit
C
Beiden
D
Geen

Slide 13 - Quiz


Bekijk de afbeelding hiernaast. Hoe noteer je het genotype van de haan?
A
Zwart
B
AzAz
C
AA
D
Homozygoot

Slide 14 - Quiz

Een cavia met langhaar paart met een cavia met kort haar. Het jong heeft half lang haar.
a:Wat kun je zeggen over de eigenschap haarlengte bij cavia's?
b: Noteer van beide cavia's het genotype.

Slide 15 - Open question



De ziekte van Duchenne is een aangeboren spierziekte die wordt veroorzaakt door een recessief gen op het X-chromosoom.
Wie hebben meer kans op de ziekte van Duchenne, mannen of vrouwen? Leg je antwoord uit. [1p]

Slide 16 - Open question

Een bepaalde erfelijke eigenschap geeft bij poezen een zwarte of een rode vachtkleur.
Uit een rode kat en een rode kater, beide heterozygoot, worden tien jonge poesjes geboren.
Welke uitspraak over de jonge poesjes is juist?

Een bepaalde erfelijke eigenschap geeft bij poezen een zwarte of een rode vachtkleur.
Uit een rode kat en een rode kater, beide heterozygoot, worden tien jonge poesjes geboren.
Welke uitspraak over de jonge poesjes is juist?

A
De jongen zijn allemaal rood
B
De jongen zijn allemaal zwart.
C
Een grootste deel van de jongen is zwart en een kleiner deel is rood.
D
Een grootste deel van de jongen is rood en een kleiner deel is zwart

Slide 17 - Quiz