Nederlands Thema 3 Spelling en grammatica

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Grammatica - het onderwerp

Zinsdelen

Een zinsdeel is een stukje van een zin wat uit 1 of meerdere woorden bestaat . Je kunt zinsdelen veranderen maar de woorden blijven bij elkaar.

Anna / zaait /  in haar moestuin  /de boontjes

• De boontjes zaait Anna in haar moestuin
• In haar moestuin zaait Anna de boontjes
• Zaait Anna in haar moestuin de boontjes?

Denk om hoofdletters en leestekens!

De vorige les: Persoonsvorm

De persoonsvorm is het belangrijkste doe-woord in een zin.

1. Maak een vraagzin

Wat is de persoonsvorm?

Wij halen morgen een hond uit het asiel.

1. hond
2. morgen
3. wij
4. halen

Wat is de pv in de zin:
De leerlingenraad zoekt dit schooljaar nieuwe leden.

Wat is de pv in de zin:
Hoeveel beltegoed heb jij gekregen?

Wat is de pv in de zin:
De nieuwe mentor van 2C sport elke morgen voor schooltijd.

Nieuw: Onderwerp van een zin

Het onderwerp geeft aan wie of wat  iets doet in de zin?

Het is altijd een mens/dier/ding (zelfstandig naamwoord)

Je vraagt: 

Wie of wat + pv ?

Onderwerp van een zin

Het onderwerp geeft aan wie of wat  iets doet in de zin?

Wie of wat + pv 

Onderwerp van een zin

Wie of wat + pv

Marieke schuift de deuren open.

Vraag: Wie schuift?

Antwoord: Marieke

Wat is het onderwerp?

De man verwaarloost zijn drie honden.

1. De man
2. verwaarloost
3. zijn
4. drie honden

wat is het onderwerp?
Het paard heeft al het voer opgegeten

1. Het paard
2. heeft
3. al het voer
4. opgegeten

Zoek het onderwerp:
Op de markt kochten mijn broer en ik een kip.

Zoek het onderwerp:
Dit jaar gingen de mensen van de kerk langs de deur voor het goede doel.

Grammatica

- Onderwerp

Iedereen

lezen 

theorieblokken

Maken

BLZ 204 -209

voorbereiden toets

Lezen

* blz 10 & blz 16

* Synoniem