Diarree

Diarree
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Diarree

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen wat diarree is en het onderscheid maken tussen acute en chronische diarree.
  • Aan het einde van de les kun je de symptomen van diarree herkennen en de oorzaken van diarree benoemen.
  • Aan het einde van de les kun je de WHAM-vragen toepassen om een goed zelfzorgadvies te kunnen geven bij diarree.
  • Aan het einde van de les kun je de natuurlijke beloop van acute diarree beschrijven en aangeven wanneer medische hulp noodzakelijk is.
  • Aan het einde van de les kun je niet-medicamenteuze adviezen geven ter preventie en behandeling van diarree.
  • Aan het einde van de les kun je medicamenteuze opties voor de behandeling van diarree uitleggen en wanneer deze wel of niet te adviseren.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over diarree?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Definitie en typen diarree
  • Acute diarree: plotseling beginnende, waterdunne ontlasting die meestal binnen een week overgaat.
  • Chronische diarree: toegenomen hoeveelheid ontlasting die vaker en dunner is dan normaal en langer dan 2 weken aanhoudt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Symptomen en klachten bij diarree
  • Toename in hoeveelheid, frequentie en watergehalte van de ontlasting.
  • Risico op uitdroging, vooral bij jonge kinderen, ouderen en mensen met verminderde nierfunctie of hartfalen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het natuurlijk beloop van acute diarree
  • Begint plotseling en verbetert meestal binnen een week.
  • Chronische diarree duidt vaak op onderliggende ziekte.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van acute en chronische diarree
  • Acute diarree wordt vaak veroorzaakt door infecties of medicatie.
  • Chronische diarree heeft meer diverse oorzaken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Risicofactoren en complicaties
  • Uitdroging is het grootste risico, vooral bij bepaalde groepen.
  • Ernstige symptomen en aanhoudende klachten vereisen medische hulp.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

WHAM-vragen voor zelfzorgadvies
  • Methode om de situatie van de patiënt te beoordelen voor zelfzorgadvies.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is volgens jou diarree?

Slide 10 - Mind map

waterdunne ontlasting 

Patiënten vinden ook brijige ontlasting diarree, vraag dit goed uit. 
Niet-medicamenteus advies en preventie
  • Hygiëne en voldoende vochtinname zijn belangrijk.
  • Zelfzorgadvies voornamelijk gericht op hygiëne en vochtinname.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Medicamenteus advies en behandeling
  • ORS en loperamide zijn medicamenteuze opties.
  • Niet altijd nodig of geschikt, verwijzing naar huisarts kan nodig zijn.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Definitielijst
  • Acute diarree: plotseling beginnende, waterdunne ontlasting die meestal binnen een week overgaat.
  • Chronische diarree: toegenomen hoeveelheid ontlasting die vaker en dunner is dan normaal en langer dan 2 weken aanhoudt.
  • Uitdroging: een tekort aan vocht in het lichaam, wat kan leiden tot symptomen als droge mond, dorst en donkere urine.
  • WHAM-vragen: een methode om de situatie van de patiënt te beoordelen en te bepalen of zelfzorg toereikend is.
  • Orale rehydratievloeistof (ORS): een oplossing gebruikt om uitdroging tegen te gaan door vocht en zouten aan te vullen.
  • Loperamide: een medicijn dat de darmbewegingen vertraagt en daarmee diarree kan stoppen.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Oorzaak dehydratie
Gevolg dehydratie
Braken 
Koorts 
Diarree
Niet drinken 
Suf
 Geen of donkere urine
Snellere hartslag

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Obstipatie
Normale ontlasting
Diarree 

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.