Werkwoordspelling 3v/t: vdw als bijvoeglijk naamwoord



Werkwoordspelling - bijv. gebruikt vd
Nederlands
3V/T

1 / 9
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 9 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



Werkwoordspelling - bijv. gebruikt vd
Nederlands
3V/T

Slide 1 - Slide

Wat weet je over de regels van werkwoordspelling?
timer
1:00

Slide 2 - Open question

Aan het einde van deze les weet je ...

... welke regel je toepast bij het voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord.

... in welke werkwoordsvorm (die we tot nu toe hebben behandeld) je extra oefening kunt gebruiken. 


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Skieden
ik ski en hij skiet (-e wordt toegevoegd ivm de uitspraak)

Waarom 'ik skiede' en 'wij skieden' in plaats van 'ik skide' en 'wij skiden'?
De uitspraak is geen probleem.
Maar: na een -ie-klank volgt in het Nederlands het achtervoegsel -de

Slide 6 - Slide

skieden, taxieden, wifieden
Hetzelfde geldt voor de werkwoorden taxiën en wifiën. 

Ik taxi / wifi
hij taxiet / wifiet (ivm de uitspraak)
ik taxiede/ wifiede (ivm het achtervoegsel -de)
wij taxieden / wifieden (ivm het achtervoegsel -de)

Slide 7 - Slide

Bijvoeglijk gebruikt werkwoord

1. Het niet te aanvaarden voorstel (het aanvaarde voorstel)
2. Vier te bekleden stoelen (de beklede stoelen)

Na 'te' gebruik je altijd de infinitief. We hebben hier dus eigenlijk niet te maken met een bijvoeglijk gebruikt werkwoord.

Slide 8 - Slide

Oefenen met het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Maak onderstaande opdrachten.
Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.

Slide 9 - Slide