Het
meewerkend voorwerp in de zin vind je door antwoord te geven op de vraag:
Aan wie of voor wie + onderwerp + gezegde + lijd. vw?
Voorbeeld: Ik geef een bloem aan mijn zus.
Vraag: Aan wie geef ik een bloem ?
mijn zus = meewerkend voorwerp
TIP: voor een meewerkend vw staat (meestal) een voorzetsel