Thema 4, dictee werkwoorden -ten en -den

Thema 4

Oefendictee
Werkwoorden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Thema 4

Oefendictee
Werkwoorden

Slide 1 - Slide

Verleden tijd
hoeden

Hij .............. de ganzen.

Slide 2 - Slide

Voltooid deelwoord
luiden

De klokken werden ............... .

Slide 3 - Slide

Tegenwoordige tijd
aanvaarden

Hij ................ mijn excuses.

Slide 4 - Slide

Verleden tijd
praten

Waarom .................... hij gisteren zo hard.

Slide 5 - Slide

Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
verbranden

De ................... patat smaakte best nog lekker.

Slide 6 - Slide

Tegenwoordige tijd
schudden

......... jij graag met jouw hoofd.

Slide 7 - Slide

Verleden tijd
sprinten

Gisteren ............... wij naar de bus.

Slide 8 - Slide

Voltooid deelwoord
groeten

Ik heb de buurman ........... .

Slide 9 - Slide

Tegenwoordige tijd
troosten

Wij ........... het meisje.

Slide 10 - Slide

Verleden tijd
melden

De kinderen ............... zich bij de juf.

Slide 11 - Slide

Verleden tijd
groeten

Wij ..................... elkaar.

Slide 12 - Slide

Verleden tijd
sporten

Mijn moeder ............ vorig jaar elk weekend.

Slide 13 - Slide

Vul het voltooid deelwoord in
landen

Het vliegtuig is .............. .

Slide 14 - Slide

aan het werk
Thema 4, week 3
Flitsles 9

Daarna plussen

Klaar: werk aan je leerdoelen

Slide 15 - Slide