What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
5.4 Wat houd je over
Huiswerk open op tafel
Opdracht 51 en 52
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Huiswerk open op tafel
Opdracht 51 en 52
Slide 1 - Slide
Van consumentenprijs terugrekenen naar verkoopprijs
Prijs inclusief
21%
BTW :
121
x 100 = Prijs exclusief BTW
Prijs inclusief
9%
BTW :
109
x 100 = Prijs exclusief BTW
Slide 2 - Slide
De consumentenprijs van een doos koekjes is €1,59. De btw is 21%. Bereken de verkoopprijs exclusief btw.
Slide 3 - Slide
5.4 Wat houd je over
Inkoopwaarde
Brutowinst
Bedrijfskosten
Nettowinst
Slide 4 - Slide
Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je uitleggen wat
inkoopwaarde
is
2) Kan je beschrijven wat
brutowinst
is en hoe je deze berekent
3) Kan je voorbeelden geven van
bedrijfskosten
4) Kan je beschrijven wat
nettowinst
is en hoe je deze berekent
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Waarom willen we weten hoe we de nettowinst berekenen?
Slide 7 - Slide
Herhaling: Op een festival verkoop je 372 milkshakes voor €3,25 per stuk.
Bereken je omzet.
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wat hebben we nodig om pizza's te maken?
timer
1:00
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Inkoopwaarde
''Het totale bedrag dat een winkelier betaalt voor de inkoop van producten''
Slide 13 - Slide
Om een pizza te maken moet het bedrijf pizzeria €2,10 betalen. Het bedrijf maakt vandaag 50 pizza's. Hoeveel is de inkoopwaarde?
Slide 14 - Open question
Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je uitleggen wat
inkoopwaarde
is
2) Kan je beschrijven wat
brutowinst
is en hoe je deze berekent
3) Kan je voorbeelden geven van
bedrijfskosten
4) Kan je beschrijven wat
nettowinst
is en hoe je deze berekent
Slide 15 - Slide
Maak opdracht 54 en 56 (blz. 142)
Tijd: 5 minuten
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/buurvrouw toegestaan
Klaar: Lees blz. 143 en maak opdracht 57 en 58
timer
5:00
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Brutowinst
''Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde''
Slide 18 - Slide
Brutowinst
Omzet - inkoopwaarde = brutowinst
Slide 19 - Slide
Met de verkoop van computergames heb je een omzet van €5.320 behaald. De inkoopwaarde was €2.590. Bereken de brutowinst.
Slide 20 - Open question
Je hebt een bloemenwinkel. Deze week had je 290 klanten die gemiddeld €22 hebben betaald. Je inkoopwaarde is €2.390. Bereken je brutowinst.
Slide 21 - Open question
Slide 22 - Slide
Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je uitleggen wat
inkoopwaarde
is
2) Kan je beschrijven wat
brutowinst
is en hoe je deze berekent
3) Kan je voorbeelden geven van
bedrijfskosten
4) Kan je beschrijven wat
nettowinst
is en hoe je deze berekent
Slide 23 - Slide
Maak opdracht 57 en 58 (blz. 143)
Tijd: 5 minuten
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/buurvrouw toegestaan
Klaar: Lees blz. 144 en maak opdracht 59 t/m 61
timer
5:00
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Bedrijfskosten
''De kosten om een winkel te laten functioneren''
Slide 28 - Slide
Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je uitleggen wat
inkoopwaarde
is
2) Kan je beschrijven wat
brutowinst
is en hoe je deze berekent
3) Kan je voorbeelden geven van
bedrijfskosten
4) Kan je beschrijven wat
nettowinst
is en hoe je deze berekent
Slide 29 - Slide
Maak opdracht 59 en 60 (blz. 143)
Tijd: 4 minuten
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/buurvrouw toegestaan
Klaar: Lees blz. 144 en maak opdracht 62 t/m 64
timer
4:00
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Nettowinst
''De winst die uiteindelijk overblijft nadat alle kosten betaald zijn''
Slide 32 - Slide
Met je koffiebar behaalde je deze maand een brutowinst van €23.590,-. De bedrijfskosten waren in deze periode €14.730,-. Bereken de nettowinst.
Slide 33 - Open question
Ga naar bladzijde 155
We gaan samen opdracht 23 maken
timer
4:00
Slide 34 - Slide
Aan het einde van deze paragraaf
1) Kan je uitleggen wat
inkoopwaarde
is
2) Kan je beschrijven wat
brutowinst
is en hoe je deze berekent
3) Kan je voorbeelden geven van
bedrijfskosten
4) Kan je beschrijven wat
nettowinst
is en hoe je deze berekent
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Maak opdracht 62 t/m 64 (blz. 144)
Tijd: 7 minuten
Werkvorm: Zelfstandig, overleg op fluistertoon met buurman/buurvrouw toegestaan
Klaar: Lees blz. 149 en maak de oefentoets
timer
7:00
Slide 37 - Slide
More lessons like this
5.2 Wat wordt de prijs
April 2024
- Lesson with
34 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
4.1 Hoe maak je dat?
March 2024
- Lesson with
29 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
5.1 Koop jij op de markt
April 2024
- Lesson with
38 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
4.2 Wat levert het op?
March 2024
- Lesson with
22 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
4.2 Wat levert het op?
March 2024
- Lesson with
31 slides
Economie & Ondernemen
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
5.4 Wat houd je over?
April 2024
- Lesson with
21 slides
5.3 Belasting op shoppen
May 2024
- Lesson with
38 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
5.3 Belasting op shoppen V2
May 2024
- Lesson with
47 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2