oorzakelijk verband: waardoor iets gebeurt buiten iemands wil. (niet verwarren met redengevend verband) Signaalwoorden: doordat, daardoor, als gevolg van, dat komt door....
Slide 9 - Slide
Lezen H 3
doel-middelverband: welk middel wordt gebruikt om een doel te bereiken. Signaalwoorden: opdat, zodat, door middel van, met behulp van...
vergelijkend verband: verschil of overeenkomst. Signaalwoorden: net als, evenals, zoals, vergrotende trap..
samenvattend verband: verkorte weergaven van informatie uit de tekst (soms slot) Signaalwoorden: kortom, samengevat, al met al...
Slide 10 - Slide
Tijdens de toets lezen
Voordat je de tekst gaat lezen, bekijk je hem eerst = oriënterend lezen, let op de bron, dan weet je al doel + doelgroep.
Tijdens het lezen van de tekst is het slim om signaalwoorden te arceren (je mag dus op de tekst schrijven)
Als er gevraagd wordt naar de kernzin, citeer je deze = noteer eerste twee woorden en laatste woord van de zin. (Ik vind......zo.)
Antwoord in volledige zinnen en let op je spelling! Per spelfout wordt er 0,1 punt van je cijfer afgetrokken.