Do 6-10-22 K1 L4

1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

T33
Donnerstag, 6. Oktober 2022

Slide 2 - Slide

die Planung
  • Volgende toets: Spreken
  • Grammatik D
  • Grammatik E
  • Weektaak

Slide 3 - Slide

Spreektoets
Week 42 (telt 4x)
in tweetallen

Slide 4 - Slide

Grammatik D
persoonlijk voornaamwoord

Slide 5 - Slide

Persoonlijk voornaamwoord
ich
du
er/sie/es

wir
ihr
sie/Sie
ik
jij
hij/zij/het

wij
jullie
zij/u

Slide 6 - Slide

Grammatik E
bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Slide

bezittelijk voornaamwoord
mijn
jouw
zijn
haar
zijn
onze
jullie
hun
uw
mein(e)
dein(e)
sein(e)
ihr(e)
sein(e)
unser(e)
(m) euer, (v) eure
ihr(e)
Ihr(e)
  • Met een bezittelijk vnw geef je een bezit aan --> van wie iets is
Bv. mijn jas - de jas van mij
  • Het staat voor een zelfstandig naamwoord
  • Bij een vrouwelijk znw of meervoudsvorm krijgt het bezittelijk voornaamwoord de uitgang -e. Bij mannelijke en onzijdige NIET
Bv. v: Meine Schwester fährt nach Berlijn.
     mv: Meine Schwestern fahren nach Berlijn.
      m: Sein Bruder spielt Gitarre. 
      o: Sein Kind spielt Gitarre.

Slide 8 - Slide

 Aufgaben machen
opdrachten maken
  • Was (wat)? 
Kapitel 1 Lektion 4: Aufgabe 1, 2, 5, 6, 8, 9

  • Wie (hoe)? Online of boek
  • Hilfe (hulp)? Buren, docent
  • Zeit (tijd)? 10:30
  • Fertig (klaar)? iets voor jezelf





An die Arbeit!

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide