Even oefenen: bloedsomloop thv 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Fibrinogeen speelt een rol bij de bloedstolling

1. Juist
2. Onjuist

Witte bloedcellen hebben geen vaste vorm

1. Juist
2. Onjuist

In bestanddeel P komt een kern voor.

1. Juist
2. Onjuist

Bestanddeel R speelt een rol bij de bloedstolling. 

1. Juist
2. Onjuist

De poortader komt uit in de onderste holle ader

1. Juist
2. Onjuist

Door regelmatig te bewegen verklein je de kans op hart- en vaatziekten

1. Juist
2. Onjuist

Maria is immuun voor waterpokken doordat ze die ziekte als vierjarig meisje heeft gehad.

 Door deze immuniteit kan Maria geen infectieziekten meer krijgen.

1. Juist
2. Onjuist

Slagaders zijn meestal dieper in het lichaam gelegen dan aders

1. Juist
2. onjuist

Bij een herseninfarct is een ader in de hersenen verstopt

1. Juist
2. Onjuist

Een rode bloedcel in de bloedsomloop van de mens bevindt zich in de onderste holle ader. De cel gaat daarna 6x door het hart.

 Hoe vaak is deze cel dan minimaal door de lever gegaan?

1. 0 keer
2. 1 keer
3. 2 keer
4. 3 keer

In welke van deze tekeningen zijn de standen van de kleppen weergegeven zoals die tijdens de normale hartwerking kunnen voorkomen?

1. 1 en 2
2. 1 en 3
3. 2 en 3
4. 2 en 4

In afbeelding 3 is de afweerreactie van het lichaam op een ziekteverwekker schematisch weergegeven in drie tekeningen.

 Welke letter geeft antistof aan?

1. P
2. Q
3. R

Door het inenten komt in het bloed de vorming van antistoffen tegen de ziekte hepatitis A op gang.

 Welke bloeddeeltjes produceren deze antistoffen ?

1. Bloedplaatjes
2. Rode bloedcellen
3. Witte bloedcellen

Afb. 4 Veranderingen van het glucose- en zuurstofgehalte van het bloed.

 De veranderingen van het gehalte aan glucose (een van de belangrijkste voedingsstoffen) en van het zuurstofgehalte van het bloed in de bloedsomloop worden in een diagram weergegeven in afbeelding 4.

Welk diagram geeft de veranderingen weer als het bloed door de haarvaten van  de kleine bloedsomloop stroomt?

1. Diagram 1
2. Diagram 2
3. Diagram 3
4. Diagram 4

Alice heeft een pinda-allergie en heeft daarom altijd een EpiPen bij zich.

 Wanneer moet Alice haar EpiPen gebruiken?

1. Voordat ze iets gaat eten waar pinda’s in zitten.
2. Wanneer ze een branderig gevoel krijgt na het eten van pinda’s
3. Wanneer ze na het eten van pinda’s een anafylactische reactie krijgt

Welke letter geeft een kransslagader aan?

1. Q
2. R
3. S
4. T

Janne en Boaz hebben een discussie over allergische reacties.

Janne zegt: ‘Allergische reacties kunnen niet ernstiger worden naarmate het lichaam vaker in contact komt met de stof waar je allergisch voor bent.’

Boaz zegt: ‘Wanneer je een allergische reactie krijg, reageert je immuunsysteem op een stof waar je overgevoelig voor bent.’

Wie heeft of wie hebben er gelijk?

1. Boaz
2. Janne
3. Boaz en Janne
4. Boaz en Janne hebben beiden geen gelijk

 Als gevolg van een aangeboren hartafwijking had Pim geen longslagaderkleppen.

 Toen hij klein was, heeft hij een grote operatie ondergaan. De borstkas en het hart

 werden toen geopend om kleppen aan te brengen.

 In afbeelding 6 wordt het hart weergegeven. Enkele plaatsen met kleppen zijn met een letter aangegeven

Welke letter geeft de plaats aan waar de kleppen bij Pim zijn aangebracht?

1. P
2. Q
3. R
4. S

Via welk bloedvat of welke bloedvaten zal er – vergeleken met sportief wandelen – meer zuurstof en voeding worden vervoerd?

1. Armslagader
2. Beenslagader
3. Arm - en beenslagader