What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 1
Taaltempo
A - werkwoorden en voornaamwoorden
(komen in plaats van zelfstandig naamwoorden)
antwoord is ja
B - zelfstandige naamwoorden herhalen of vervangen
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
Beroepsopleiding
vwo
Leerjaar 6
This lesson contains
19 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Taaltempo
A - werkwoorden en voornaamwoorden
(komen in plaats van zelfstandig naamwoorden)
antwoord is ja
B - zelfstandige naamwoorden herhalen of vervangen
Slide 1 - Slide
77 puntjes op de i
Grammatica
Woordkeus
Uitspraak
Slide 2 - Slide
Schrijfopdracht
De eerste vijf lessen
Een zakelijke tekst
- informatie over je project
- rapportage van een
afgesloten project
- voorstel voor een nieuw
project
Slide 3 - Slide
Wanneer welk lidwoord?
een - onbekend in enkelvoud
geen - onbekend in meervoud
de / het - bekend enkelvoud
de - bekend meervoud
Altijd een:
paar, beetje, heleboel, aantal
Wat een + meervoud
meestal het:
woorden die beginnen met
be-, ge-, ver-, ont-
opdracht 2 en 3
blz. 21
Slide 4 - Slide
Wel of geen e?
zelfstandig(e) naamwoorden
voltooid deelwoorden
onroerend goederen
Bij de-woorden altijd,
bij het-woorden alleen met '
het', 'dit', 'mijn'
geen e bij 'een', 'geen' of 'niets'
In vaste combinaties wordt de -e van het adjectief soms weggelaten.
zelfstandig(e) naamwoorden
blz. 24
Slide 5 - Slide
met z'n allen
blz. 121
opdracht 1 en 2
met z'n + telwoord + en
met z'n drie + en
de klemtoon ligt op ie -> extra e
met z'n drieën
- melodieën
- oliën
Slide 6 - Slide
Liedje
Slide 7 - Slide
Met z’n allen
Hier stond je dan
vanavond
het was wel spannend
maar
toch ook
fijn
Maar zoals bij
elke
wedstrijd
kan er maar een de
winnaar
zijn
We laten ons niet kennen,
we gaan
gewoon
maar door
Want wie niet
tegen zijn
verlies
kan
die is maar zielig hoor
met z'n allen zingen wij
van harte
gefeliciteerd.
laat de limonade nu maar
knallen.
ze zeggen wel eens
oud gedaan is
jong
geleerd.
Want maanden lang
hebben wij hier
naar toe
geleefd.
Nu ben jij degeen die een
feestje
geeft.
En
binnenkort
nodigen wij je uit.
En dan is het aan ons om te
zeggen
kom langs en dan zingen we weer tot
besluit
...
Slide 8 - Slide
-isch
blz. 177
Arabisch - [aar
aab
ies[
Economisch - [eecoo
noo
mies]
Slide 9 - Slide
agrarisch
asymmetrisch
claustrofobisch
empirisch
(on)etisch
fragmentarisch
organisatorisch
chronologisch
categorisch
dynamisch
hypothetisch
methodisch
methodologisch
microscopisch
nationalistisch
systematisch
optisch
praktisch
realistisch
strategisch
syntethisch
technisch
Slide 10 - Slide
blz. 13 / 97
oef. 1 om er in te komen
oef. 15 - hoeven
Slide 11 - Slide
de tabel
de trend
de interesse
de expert
het
risico
de stof
de diagnose
de denkwijz
e
de voorwaard
e
de schommeling
de specificatie
de deadline
het
verschijnsel
de mutatie
het
seminar
de onzekerh
eid
de afwijking
de theorie
het
item
Slide 12 - Slide
de tabellen
de trends
de interesses
de experts
de
risico's
de stoffen
de diagnoses
de denkwijz
es/en
de voorwaard
es/en
de schommelingen
de specificaties
de deadlines
de
verschijnselen
de mutaties
de
seminars
de onzekerh
eden
de afwijkingen
de theorie
ën
de
items
Slide 13 - Slide
Schrijven
1. Bedenk een onderwerp
Waar gaat je tekst over?
Slide 14 - Slide
Schrijven
1. Bedenk een onderwerp
2. Formuleer de hoofdgedachte
Waar gaat je tekst over?
Wat wil je over dit onderwerp zeggen?
Slide 15 - Slide
Schrijven
1. Bedenk een onderwerp
2. Formuleer de hoofdgedachte
3. Kies een invalshoek:
Waar gaat je tekst over?
Wat wil je over dit onderwerp zeggen?
Actueel, historisch, technisch, kritisch, persoonlijk, maatschappelijk
Slide 16 - Slide
Schrijven
1. Bedenk een onderwerp
2. Formuleer de hoofdgedachte
3. Kies een invalshoek:
4. Kies een schrijfdoel:
Waar gaat je tekst over?
Wat wil je over dit onderwerp zeggen?
Actueel, historisch, technisch, kritisch, persoonlijk, maatschappelijk
Informeren, uiteenzetten, beschouwen / opiniëren, overtuigen, activeren. amuseren
Slide 17 - Slide
Schrijven
1. Bedenk een onderwerp
2. Formuleer de hoofdgedachte
3. Kies een invalshoek:
4. Kies een schrijfdoel:
5. Kies een publiek
Collega, leidinggevende, geinteresseerde leek
Waar gaat je tekst over?
Wat wil je over dit onderwerp zeggen?
Actueel, historisch, technisch, kritisch, persoonlijk, maatschappelijk
Informeren, uiteenzetten, beschouwen / opiniëren, overtuigen, activeren. amuseren
Slide 18 - Slide
huiswerk
77 puntjes
Grammatica 3, opdracht 1 en 2.
Wijze woorden
Maak van 2 substantieven zinnen die in een technisch rapport niet misstaan.
Schrijven
Verzamel informatie voor je tekst.
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Maak je dromen waar
September 2019
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Schrijfopdracht bij NIP
January 2023
- Lesson with
20 slides
NT2
Beroepsopleiding
Schrijfopdracht bij NIP
June 2018
- Lesson with
22 slides
NT2
Beroepsopleiding
2 - Vakantie en vrije tijd
September 2019
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
4 en 5 - conjuncties - relatieve bijzin
September 2019
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
3 - Natuur en landschap
September 2019
- Lesson with
31 slides
NT2
Middelbare school
Beroepsopleiding
vwo
Leerjaar 6
Nabespreken tekst 236 ev
August 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
TV4C 2004
March 2020
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Voortgezet speciaal onderwijs