je kunt een eenparige beweging herkennen in een plaatsgrafiek.
Bij een eenparige beweging is snelheid constant of een voorwerp legt gelijke afstanden per tijdseenheid.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
voorkennis
je weet wat een eenparige beweging is,
je weet wat een plaatsgrafiek is,
je kunt een eenparige beweging herkennen in een plaatsgrafiek.
Bij een eenparige beweging is snelheid constant of een voorwerp legt gelijke afstanden per tijdseenheid.
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
je kunt een snelheid, tijd-diagram maken en herkennen.
je kunt een eenparige bewging, een eenparig versnelde beweging en een eenparig vertraagde beweging herkennen (in een snelheid, tijd-diagram en in een afstand tijd-diagram)
wat versnelling btekent
en wat vertraging betekent
Slide 2 - Slide
Eenparige (constante) beweging
1
2
Slide 3 - Slide
Eenparige beweging
1
2
Slide 4 - Slide
Versnelling
Slide 5 - Slide
Eenparige versnelde beweging
1
2
Slide 6 - Slide
Eenparige versnelde beweging
1
2
Slide 7 - Slide
definitie van versnelling / vertraging
snelheidstoename per seconde
snelheidsafname per seconde
Slide 8 - Slide
Eenparige vertraagde beweging
1
2
Slide 9 - Slide
Eenparige vertraagde beweging
1
2
Slide 10 - Slide
Soorten bewegingen
Slide 11 - Slide
Tussen 2 en 3 s is er een
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
stilstand
Slide 12 - Quiz
Op 4 s is er sprake van een:
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging
D
stilstand
Slide 13 - Quiz
Anita staat voor een verkeerslicht en geeft gas als het licht op groen springt. Wat voor soort beweging is dit?
A
Eenparige beweging
B
Versnelde beweging
C
Vertraagde beweging
Slide 14 - Quiz
Wat voor beweging is grafiek D?
A
een versnelde beweging
B
een constante beweging
C
een vertraagde beweging
D
geen beweging, het object staat stil...
Slide 15 - Quiz
wat voor soort beweging voert het paard uit?
A
een eenparige beweging
B
een vertraagde beweging
C
een versnelde beweging
D
dat kun je niet zeggen
Slide 16 - Quiz
Wat voor soort beweging zie je in deze grafiek?
A
constante snelheid
B
toenemende snelheid
C
afnemende snelheid
D
een vertraagde beweging
Slide 17 - Quiz
George loopt een halve marathon. Een halve marathon heeft een afstand van 21 kilometer. Afstand is een?
A
Grootheid
B
Eenheid
Slide 18 - Quiz
Op een afstand-tijd diagram moet de tijd altijd verticaal staan en de afstand horizontaal
A
Juist
B
Onjuist
C
het maakt niet uit
Slide 19 - Quiz
Snelheid is de afstand die je in een bepaalde tijd aflegt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 20 - Quiz
welke afstand leg je af als je met 15 km/h 2,5 uur fietst?
A
30 km
B
15 km
C
45 km
D
37,5 km
Slide 21 - Quiz
de hogesnelheidstrein is sneller dan het vliegtuig bij een afstand van