4.1 Feit, mening en argument BG

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Les

Feit, mening en argument

Wat gaan we vandaag doen?

14.45-14.55 (10 min): 

- Inhoud en doelen

- Woordspin -> wat weten jullie al?

14.55-15.35 (40 min):

- Les 

- Uitleg keuzeopdrachten / opdracht kiezen & keuze motiveren

- Aan de slag 

15.35-15.45 (10 min):

- Nabespreken opdrachten & evaluatie -> zijn de leerdoelen behaald?

Feit, mening en argument

Doel:

Herkennen van feiten, meningen en argumenten in een tekst.

Feit

Mening

Argument

Feiten

Feiten kun je op waarheid controleren.

Omdat lang niet alle feiten makkelijk te controleren zijn, moet je je wel afvragen of ze geloofwaardig zijn.  Soms heeft een informatiebron er belang bij bepaalde zaken mooier of juist slechter voor te spiegelen. 

Meningen / argumenten

Bij meningen gaat het niet om de vraag of ze waar of onwaar zijn, je bent het ermee eens of oneens. 

Omdat een mening niet te bewijzen is, gebruikt een schrijver argumenten om zijn mening te onderbouwen of aannemelijk te maken. 

Signaalwoorden die een argument aangeven zijn bijvoorbeeld: omdat, want, namelijk, immers

Zeewier heeft geen wortels.

1. feit
2. mening
3. argument
4. x

Groen is mooier dan tegels.

1. feit
2. mening
3. argument
4. x

Omdat betegelde tuinen in de zomer heel heet worden.

1. feit
2. mening
3. argument
4. x

Het Alpenklokje, dat in Zwitserland groeit, kan door ijs heen groeien.

1. feit
2. mening
3. argument
4. x

Opdracht 1

Ga naar de nieuwssite nu.nl . 

Zoek twee voorbeelden van artikelen met alleen feiten en twee voorbeelden van artikelen met vooral meningen.

Bespreek je vondsten. Zorg dat je je mening beargumenteert.

 

Opdracht 2

Lees de tekst Ruim een derde van de tuinen bestaat uit tegels: 'Risico op wateroverlast'

Schrijf op welke feiten, meningen en argumenten er in de tekst staan!

Opdracht 3

Opdracht 1: 

Noem 10 voorbeelden van feiten en 10 voorbeelden van meningen 

 

Opdracht 2:  

Kijk naar de foto. 

Beschrijf wat je ziet, noem alleen de feiten.

Voor welke opdracht kies je?

1. 1: Nieuwssite
2. 2: Artikel
3. 3: Foto
4. 4. Lezen 4.1 NN

Waarom deze opdracht?

Aan de slag!

Succes :) 

Afsluiting

- Nabespreken opdrachten 

- Evaluatie -> zijn de leerdoelen behaald?