Het Leren over Product en Marketing

Het Leren over Product en Marketing
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Het Leren over Product en Marketing

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les begrijp je de basisprincipes van producten en marketing.

Slide 2 - Slide

Definitie van Product en USP
A) Product is een goed of dienst dat aangeboden wordt op de markt. B) USP staat voor Unique Selling Proposition.

Slide 3 - Slide

Centrale waarde van een product
Dit bestaat uit gebruikerswaarde en emotionele waarde. Het verschil is dat gebruikerswaarde gerelateerd is aan materiële eigenschappen, terwijl emotionele waarde gerelateerd is aan immateriële eigenschappen.

Slide 4 - Slide

Eisen voor gebruik als marktinstrument
Het product moet waarde toevoegen en onderscheidend zijn.

Slide 5 - Slide

Overzicht van Leeflang
Laat de leerlingen de lege plekken invullen met relevante informatie.

Slide 6 - Slide

Eigenschappen voor EVA
Economische, functionele en emotionele eigenschappen creëren een EVA.

Slide 7 - Slide

Kenmerken van diensten
Intangibiliteit en variabiliteit zijn kenmerkend voor diensten.

Slide 8 - Slide

Soorten goederen
a) Consumptiegoederen zijn bedoeld voor persoonlijk gebruik, terwijl industriële goederen gebruikt worden voor productie. b) Hybride goederen combineren kenmerken van zowel consumptie- als industriële goederen. c) Duurzame goederen gaan lang mee. d) Voorbeelden van niet-duurzame goederen zijn voedsel en cosmetica.

Slide 9 - Slide

Indeling van producten
a) Voorbeelden van convenience goods zijn dagelijkse benodigdheden. b) Voorbeelden van shopping goods zijn kleding. c) Preference goods zijn luxeproducten. d) Voorbeelden van unsought goods zijn uitvaartverzekeringen. e) Specialty goods zijn unieke producten.

Slide 10 - Slide

Specialisatie en parallellisatie
Specialisatie is gericht op het produceren van een beperkt aantal producten, terwijl parallellisatie gericht is op het produceren van verschillende producten.

Slide 11 - Slide

Assortimentsconsistentie
Dit betekent dat alle producten binnen een assortiment goed op elkaar afgestemd zijn.

Slide 12 - Slide

Product Levens Cyclus (PLC)
De fases zijn introductie, groei, volwassenheid, verzadiging en teruggang.

Slide 13 - Slide

Servicegraad
a) Servicegraad is de mate waarin de vraag naar een product wordt voldaan. b) Het voordeel van een hoge servicegraad is klanttevredenheid. c) Nadelen zijn hogere kosten en risico op voorraadoverschot. d) Assortimentsbreedte heeft direct te maken met servicegraad.

Slide 14 - Slide

Trading-up en trading-down
Trading-up is het kopen van duurdere producten, terwijl trading-down het kopen van goedkopere producten is. Kannibalisatie treedt op wanneer nieuwe producten de verkoop van bestaande producten verminderen.

Slide 15 - Slide

Paraplumerk
a) Een paraplumerk is een merk dat meerdere producten onder één naam verkoopt. b) Een nadeel is dat negatieve publiciteit één product kan schaden.

Slide 16 - Slide

Functies van verpakking
Bescherming, promotie, gemak, informatie en differentiatie zijn de functies van verpakking.

Slide 17 - Slide

DMU in inkoop
DMU staat voor Decision Making Unit en verwijst naar de groep mensen die betrokken zijn bij het inkoopbesluit.

Slide 18 - Slide